nummer: 15/2130/GA
betreft: [klager] datum: 14 september 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door [A], namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 23 juni 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de locatie Sittard in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De beoordeling
Op 30 juni 2015 is op het secretariaat van de Raad een beroepschrift ontvangen waar klagers naam onder staat. Uit eerder bij de Raad aanhangig gemaakte beroepszaken is echter, gelet op het handschrift, bekend dat het beroepschrift niet door klager
zelf,
maar door de heer [A] geschreven is. Bij brief van 15 juli 2015 is klager door het secretariaat van de Raad gevraagd een schriftelijke verklaring over te leggen waaruit blijkt dat hij de heer [A] heeft gemachtigd tot het instellen van beroep. Een kopie
van deze brief is verstuurd naar de heer [A] zelf. Klager heeft niet gereageerd op de brief. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat niet gebleken is dat de heer [A] gemachtigd was om namens klager beroep in te stellen.
Gelet op vorenstaande dient klager niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beroep.
2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Eijk, secretaris, op 14 september 2015
secretaris voorzitter