Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0620/TA, 22 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Media  v

Uitspraak

nummer: 15/620/TA

betreft: [klager] datum: 22 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 30 januari 2015 van de beklagcommissie bij FPC Van der Hoeven Kliniek te Utrecht, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 27 mei 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. B.H.J. van Rhijn, en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...],
locatiemanager organisatie, en [...], medewerker juridische zaken.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a het moeten verwijderen van een door klager geplaatste mededeling op het intranet
b afdelingsarrest.

De beklagcommissie heeft onderdeel a van het beklag ongegrond verklaard en klager niet-ontvankelijk verklaard in onderdeel b van zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het afdelingsarrest was van korte duur, maar de censuurbeperking heeft een aantal weken geduurd. Nergens is geregeld wat een verpleegde wel of
niet op het intranet van de afdeling mag plaatsen. Klager is beperkt in zijn vrijheid van meningsuiting omdat hij is beperkt in zijn mogelijkheden zijn mening te uiten. Het ging om een feitelijke weergave van ten onrechte aan zijn adres gedane
beschuldigingen. Er staan twee mappen op het intranet van de afdeling, maar het is niet waar dat in de leefgroepenmap enkel groepsactiviteiten staan zoals corvee en boodschappen doen. Die activiteiten worden wel in groepsverband besproken. In de
leefgroepenmap staan bijvoorbeeld wel gedichten van mensen. Klager was niet boos op de groepsleidster, maar zijn naam is ten onrechte genoemd in de middageditie daar hij niets verkeerds had gedaan. Klager heeft met die groepsleidster en de
buitendienstmedewerker daarover gesproken, maar daar kwam niets uit. In een gesprek met de psychotherapeut gaf deze klager gelijk dat dit tussen klager en de groepsleidster uitgesproken had moeten worden. Klager heeft zijn tekst op intranet gezet om de
zaak op te helderen. De orde en veiligheid in de inrichting waren daarmee niet in het geding. Hij heeft een nieuwe map met de naam ‘middag mededeling’ gemaakt en de tekst voor plaatsing aan de behandelcoördinator gegeven ter bespreking in de
kliniekraad, maar het was niet iets om in die raad te bespreken. De heer G. zit in de Multimediacommissie en vond dat klagers tekst in orde was. Klager wordt constant aangesproken vanwege mededelingen van de inrichting in de ochtendbulletins en
middagedities. Klager heeft nu hetzelfde gedaan als de inrichting doet.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Het afdelingsarrest heeft niet langer dan een week geduurd. In de inrichting geldt de Gedragscode multimedia, waarin duidelijk
staat vermeld dat geen misbruik mag worden gemaakt van de mogelijkheden van in de inrichting toegestane apparatuur. Deze gedragscode is bekend bij de patiënten, nu deze gedragscode is opgesteld door een Multimediacommissie waarin ook patiënten als
afgevaardigden van alle leefgroepen zitting hebben. Op het intranet staan een map muziek en een leefgroepenmap. In laatstgenoemde map staat vermeld welke groepsactiviteiten gedaan moeten worden, zoals corvee en boodschappen doen. Klager had daarom
kunnen weten dat die map niet bedoeld is om persoonlijke mededelingen in te zetten. Het is niet de bedoeling dat je, als je boos bent op een personeelslid, dat in die map zet. Het is wel de bedoeling dat een patiënt en een personeelslid met elkaar in
gesprek gaan.

3. De beoordeling
Nu klager stelt dat hij door de verplichting van de inrichting tot verwijdering van een door hem op het intranet van de leefgroep geplaatst bericht is beperkt in zijn recht op vrijheid van meningsuiting, neergelegd in artikel 7 van de Grondwet, heeft
de
beklagcommissie klager op juiste grond in dit onderdeel van zijn beklag ontvangen.

De verklaringen van klager en de inrichting verschillen wat betreft de plaats waar klager zijn ‘middag mededeling’ op het intranet heeft geplaatst. Niet in geding is dat klager op 31 oktober 2014 in ieder geval een ‘middag mededeling’ op het intranet
van zijn leefgroep heeft geplaatst met een eigen weergave van een gebeurtenis op 30 oktober 2014 waarbij een groepsleidster betrokken was. Klager is door de inrichting verplicht dit bericht vanwege de inhoud daarvan van het intranet te verwijderen en
hem is afdelingsarrest opgelegd.

De beklagcommissie heeft, onder verwijzing naar de in de inrichting geldende gedragscode en een eerder door haar gedane uitspraak, geoordeeld dat het intranet niet is bedoeld voor het plaatsen van eigen mededelingen van bewoners van de leefgroep. Ter
zitting van de beroepscommissie heeft de inrichting de Gedragscode multimedia overgelegd, waarin staat vermeld welke apparaten en bijbehorende artikelen zijn toegestaan en welke aandachtspunten gelden bij het in gebruik nemen of bezitten van die
apparatuur. Van belang is hier het aandachtspunt: “Maak geen misbruik van de aangeboden mogelijkheden”. Klager heeft ter zitting van de beroepscommissie niet gesteld dat hij van een en ander niet op de hoogte zou zijn. In tegendeel, klager heeft
verklaard dat de heer G. zitting heeft in de commissie die de Gedragscode multimedia heeft opgesteld en dat de heer G. klagers tekst in orde zou hebben bevonden.

De beroepscommissie is van oordeel dat klager met het plaatsen van zijn ‘middag mededeling’ misbruik heeft gemaakt van het intranet van de leefgroep, nu hij kon weten dat het intranet niet voor het plaatsen van dergelijke eigen meningen bedoeld is.
Bovendien heeft klager door de wijze waarop hij de ‘middag mededeling’ heeft opgesteld gesuggereerd dat het gaat om een mededeling van de inrichting en niet van hemzelf. Klager kon daarom in redelijkheid worden verplicht zijn ‘middag mededeling’ van
het
intranet te verwijderen. Klagers recht op vrijheid van meningsuiting is daarmee niet geschonden, nu hij zijn mening op andere, meer geëigende manieren kenbaar kan maken. Klager heeft weliswaar gesteld dat hij tevergeefs met de desbetreffende
groepsleidster heeft gesproken, maar dat neemt niet weg dat hij daarover verder in gesprek met de groepsleidster dan wel een ander personeelslid had kunnen en moeten gaan.

Tegen een beslissing tot het opleggen van afdelingsarrest staat ingevolge artikel 57, eerste lid, Bvt beklag open nadat het afdelingsarrest een week heeft geduurd. Op grond van artikel 57, vierde lid, Bvt blijft de dag waarop de beslissing tot het
opleggen van afdelingsarrest is gegeven buiten beschouwing bij het berekenen van de verstreken duur van het afdelingsarrest. Het afdelingsarrest is opgelegd op 7 november 2014 en heeft tot 14 november 2014 07.00 uur geduurd. Dit betekent dat het
afdelingsarrest minder dan een week heeft geduurd. Gelet hierop heeft de beklagcommissie klager op goede en juiste gronden niet-ontvankelijk verklaard in dit deel van zijn beklag.

Het beroep zal derhalve op beide onderdelen van het beklag ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, prof. Dr. B.C.M. Raes en mr. R. van de Water, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 22 juni 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven