nummer: 02/1396/GA
betreft: [klager] datum: 7 november 2002
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 12 juli 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Zuid-Oost, locatie ter Peel te Overloon,
gericht tegen een uitspraak d.d. 4 juli 2002 van de beklagcommissie bij voormelde p.i., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klaagster,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 20 september 2002, gehouden in de p.i. Nieuw Vosseveld te Vught, is mw. [...], unit-directeur van de locatie Ter Peel, gehoord.
Klaagster, die op eigen gelegenheid naar de zitting zou komen, heeft bericht niet tijdig aanwezig te kunnen zijn.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van beperking van de duur van het eerstkomende verlof wegens het te laat terugkeren van verlof.
De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klaagster
De unit-directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Gedetineerden, die met verlof gaan, krijgen een verlofpas met daarin de verloftijden en een begeleidend schrijven waarin hen wordt gewezen op de eigen verantwoordelijkheid voor het tijdig terugkeren in de inrichting. Hiervoor isgekozen omdat het praktisch niet uitvoerbaar is om aan gedetineerden steeds mondeling te vertellen welke de tijdstippen van vertrek en terugkeer van verlof zijn vanwege het grote aantal gedetineerden dat gebruik maakt van degelegenheid om de inrichting te mogen verlaten.
Het feit dat klaagster er vanuit is gegaan dat de tijden van het verlof dezelfde zouden zijn als van de voorgaande verloven geeft aan dat zij haar verlofpas niet of onvoldoende heeft geraadpleegd. Dit is in tegenspraak met het feitdat zij aangeeft contact gezocht te hebben met de inrichting, voorafgaande aan haar verlof, waarbij zij nog gevraagd heeft naar het tijdstip van vertrek.
Klaagster heeft haar standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
De beroepscommissie is gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting van oordeel dat klaagster, die van de regelgeving met betrekking tot verlofverlening op de hoogte was, zelf verantwoordelijk is voor het tijdig terugkeren vanverlof. Het is niet noodzakelijk dat haar ook nog extra mondeling medegedeeld wordt op welk tijdstip zij terug moet zijn in de inrichting, aangezien ingevolge het beleid van de inrichting, gedetineerden die met verlof gaan eenverlofpas met daarin vermeld de voor dat verlof geldende tijden krijgen op het moment dat zij de inrichting verlaten en daarbij middels een afzonderlijk schrijven gewezen worden op hun eigen verantwoordelijkheid in deze m.b.t.terugkeer naar de inrichting.
Het beroep zal mitsdien gegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.J. van Oostveen, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. J.W.P. Verheugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 7 november 2002
secretaris voorzitter