Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0540/GA, 24 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:24-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/540/GA

betreft: [klager] datum: 24 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Roermond,

gericht tegen een uitspraak van 10 februari 2015 van de beklagcommissie bij voormelde locatie, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet leverbaar zijn van een door klager (herhaaldelijk) besteld flesje parfum.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Er is niet gebleken van uitzonderlijke omstandigheden waardoor de klacht moet worden aangemerkt als een beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste
lid, van de Pbw. Het al dan niet leverbaar zijn van artikelen die op de bestellijst staan, komt voor risico van de gedetineerden. Basisverzorgingsproducten worden van rijkswege verstrekt. Het door de inrichtingswinkel niet kunnen leveren van
verzorgingsartikelen kan de directeur niet aangerekend worden. De procedure van de inrichtingswinkel is met voldoende waarborgen omkleed. De inrichtingswinkel mag artikelen alleen bij van rijkswege vastgestelde groothandelaren bestellen en moet zich
houden aan de afspraken met deze leveranciers. Indien bekend, communiceert de inrichtingswinkel via de bestellijsten van de inrichtingswinkel over de leveringsgraad. Niet kan worden uitgesloten dat op enig moment bepaalde artikelen niet of tijdelijk
niet meer leverbaar zijn. Klager heeft in week 47 van 2014 het door hem bestelde flesje parfum ontvangen. Een verzoek van klager om het parfum in te mogen voeren buiten de inrichtingswinkel om heeft de directeur nooit ontvangen.

Klager heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts voert hij aan dat gedetineerden bij het invullen van de bestellijst maximaal een bedrag van € 100,= te besteden hebben. Als je vier à vijf weken een product bestelt ter waarde van

21,=, is je maximaal te besteden bedrag per week nog slechts € 79,=. Klager heeft een verzoek tot het invoeren van parfum gericht aan het BAD. Verzocht wordt om schadeloosstelling van de laatste aankopen gedaan in de locatie Roermond en € 29,17 aan
aanvullende kosten.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 60, eerste lid, van de Pbw kan een gedetineerde zich beklagen over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing. Door klager wordt geklaagd over de omstandigheid dat hij herhaaldelijk een flesje parfum heeft
besteld bij de inrichtingswinkel, maar dat dit gedurende een aantal weken niet aan hem geleverd kon worden. Er is hier geen sprake van een beklagwaardige beslissing van de directeur zoals bedoeld in artikel 60 van de Pbw. De beklagcommissie had klager
niet-ontvankelijk in zijn beklag moeten verklaren. Het beroep zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. M. van Eijk, secretaris, op 24 augustus 2015

secretaris voorzitter

Naar boven