Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1758/GV, 6 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:06-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1758/GV

betreft: [klager] datum: 6 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 28 mei 2015 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van incidenteel verlof afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij moest een geldig legitimatiebewijs invoeren. Nu verloopt zijn paspoort, maar hij mag het niet verlengen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager verzoekt om incidenteel verlof om zijn Marokkaanse paspoort te verlengen. Er bestaat geen noodzaak tot het verlenen van incidenteel verlof. Klager dient een zeer lange
straf te ondergaan en gelet daarop is het bezit van een geldig paspoort op dit moment niet noodzakelijk. Mocht er een moment komen dat klager moet beschikken over een geldig Marokkaans paspoort dan kan het verlopen paspoort gemakkelijk omgewisseld
worden voor een nieuw exemplaar, aldus het Marokkaanse Consulaat.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
Het Multi Disciplinair Overleg en de Vrijheden Commissie bij de penitentiaire inrichting Alphen aan den Rijn hebben negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag. Het Openbaar Ministerie adviseert ook negatief. Zij zien geen noodzaak om gelet
op klagers einddatum nu al tot verlenging over te gaan. De politie heeft zich van advies onthouden.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 18 jaren met aftrek, wegens diefstal, doodslag, mishandeling en handelen in strijd met zowel de Opiumwet als de Wet wapens en munitie. Aansluitend dient hij 62 dagen vervangende hechtenis op grond van de Wet
Terwee en een subsidiaire hechtenis van 4 dagen te ondergaan. De einddatum van zijn detentie is gesteld op 23 mei 2023.

Incidenteel verlof kan op grond van het bepaalde in artikel 21, eerste lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting worden verleend voor het bijwonen van gebeurtenissen in de persoonlijke sfeer van de gedetineerde, waarbij zijn
aanwezigheid
noodzakelijk is. Nu uit de stukken blijkt dat klager nog een langdurige gevangenisstraf dient te ondergaan en bij urgentie een Marokkaans paspoort gemakkelijk te verlengen is, is de beroepscommissie van oordeel dat het verlenen van incidenteel verlof
om
een paspoort te verlengen in dit stadium van klagers detentie niet noodzakelijk is. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep
zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van E.M. Breugem, secretaris, op 6 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven