Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0530/GA, 29 april 2015, beroep
Uitspraakdatum:29-04-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/530/GA

betreft: [klaagster] datum: 29 april 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed namens

[...], verder te noemen klaagster,

gericht tegen een uitspraak van 17 februari 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Ter Peel,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voornoemde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klaagster en haar raadsvrouw mr. K.C. van Hoogmoed om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de terugplaatsing van klaagster in het basisprogramma op 3 september 2014 waardoor klaagsters kind niet langer in het Moeder Met Kind Huis (MMK) mag verblijven en
b. een disciplinaire straf van intrekking van het eerstvolgende verlof voor de duur van twee dagen ingaande op 29 augustus 2014.

De beklagcommissie heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder a. en het beklag vermeld onder b. ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klaagster en de directeur
Namens klaagster is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. Het beklag vermeld onder a. betreft een beslissing van de directeur en niet de latere beslissing van de selectiefunctionaris van 4 september 2015.
Er is een onjuist selectieadvies naar de selectiefunctionaris gestuurd dat klaagsters kind weg moest uit de inrichting. Dit was een zeer heftige beslissing voor zowel klaagster als haar kind. De directeur heeft pas goed onderzoek gedaan nadat er een
schorsingsverzoek is ingediend. Uit dit onderzoek bleek dat klaagster wel degelijk bij haar vriend op bezoek is geweest op 15 augustus 2014 en dat vervolgens de beslissing om klaagster vanuit het MMK terug te plaatsen naar een gevangenisafdeling op
foutieve gronden is genomen. Deze beslissing is op 5 september 2015 teruggedraaid.
Het beklag tegen de intrekking van haar verlof is ten onrechte ongegrond verklaard. Klaagster is opgehaald door een vriend om naar Amsterdam te gaan om haar partner te bezoeken. Door een verkeerde afslag te nemen – zij hadden geen navigatiesysteem –
kwamen zij in Duitsland terecht. Zij heeft hier gelijk melding van gemaakt door met de inrichting te bellen. Vervolgens is zij teruggekeerd naar de inrichting, waar haar is meegedeeld dat haar verlof werd ingetrokken ex artikel 51 van de Pbw. De
beklagcommissie stelt ten onrechte dat de snelste en kortste manier om met de auto naar Amsterdam te reizen via Eindhoven is en niet via Venlo. Op de kaart bezien is de route richting Venlo en dan Nijmegen niet veel langer.
Verzocht wordt om een mondelinge behandeling van het beroep zodat klaagster haar beroep zelf kan toelichten, het beklag gegrond te verklaren en aan klaagster een tegemoetkoming toe te kennen.

De directeur heeft in beroep gepersisteerd bij het standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie en aangegeven geen grond te zien voor een tegemoetkoming.

3. De beoordeling
Klaagster heeft verzocht haar beroep mondeling te mogen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek, dat niet is onderbouwd, af nu zij zich aan de hand van de stukken voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen.

Met betrekking tot a. overweegt de beroepscommissie dat de bestreden beslissing tot terugplaatsing in het basisprogramma door de directeur is genomen. Zij zal derhalve de uitspraak van de beklagcommissie op dit punt vernietigen en klaagster alsnog
ontvangen in het beklag.

Uit nader onderzoek, dat is ingesteld nadat klaagster een schorsingsverzoek had ingediend, is gebleken dat de beslissing van de directeur op onjuiste gronden is genomen, hetgeen ook door de directeur is erkend. Klaagster is derhalve ten onrechte vanaf
3
september 2014 tot 5 september 2014 teruggeplaatst in het basisprogramma met het gevolg dat zij en haar kind niet langer in het MMK mochten verblijven. De beroepscommissie zal derhalve het beklag op dit punt alsnog gegrond verklaren en klaagster een
tegemoetkoming toekennen van € 5,=.

Met betrekking tot b. kan hetgeen in beroep is aangevoerd – voor zover dat is vast komen staan – niet tot een ander oordeel leiden dan dat van de beklagcommissie.
De beroepscommissie zal derhalve op dit punt het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep met betrekking tot a. gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, ontvangt klaagster alsnog in het beklag en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klaagster een
tegemoetkoming
toe van € 5,= Zij verklaart het beroep met betrekking tot b. ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M.M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 april 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven