Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1666/GB, 19 augustus 2015, beroep
Uitspraakdatum:19-08-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1666/GB

Betreft: [klager] datum: 19 augustus 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.W.E. Luiten, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 29 mei 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 16 juli 2015 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing tot beëindiging van zijn deelname aan een penitentiair programma (p.p.) ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 22 april 2014 gedetineerd. Op 26 maart 2015 is zijn deelname aan het p.p. aangevangen en is klager administratief ondergebracht bij de penitentiaire inrichtingen administratief (PIA) Haarlem. Op 8 mei 2015 is beslist tot beëindiging
van
deelname aan het p.p. en is klager geplaatst in het huis van bewaring van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem. Inmiddels verblijft klager sinds 10 juni 2015 in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein. De einddatum van klagers detentie is thans
bepaald op 15 oktober 2015.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klagers deelname aan het p.p. is beëindigd door de enkele constatering van een positieve score bij een urinecontrole. Gelet op de aard van de beslissing, het
drugsontmoedigingsbeleid (DOB) en de aan de te nemen beslissing in de rechtspraak van de RSJ gestelde vereisten, had uit de beslissing een belangenafweging moeten volgen. De selectiefunctionaris heeft (kennelijk) een te streng toetsingskader
gehanteerd.
Klager is in de nacht van 17 op 18 april 2015 naar buiten gegaan om eten te halen. De uitslag van de urinecontrole klopt niet. Klager heeft een biertje gedronken maar geen drugs gebruikt. Hij wist voorafgaande aan zijn plaatsing in Exodus dat hij daar
geen drugs mocht gebruiken. Dit is hem verteld door de reclassering. Klager gedraagt zich goed. Hij heeft niet eerder positief gescoord bij een urinecontrole en verbleef altijd in het plusprogramma. Hij is eenmaal gedegradeerd. Dit betrof echter een
vergissing die is hersteld. Daarnaast heeft hij onder meer de training Kies voor Verandering (KVV) gevolgd. Het is, in tegenstelling tot wat de selectiefunctionaris stelt, voor klager niet mogelijk om te beargumenteren dat hij geen drugs heeft
gebruikt.
Klager is het niet eens met het standpunt van de reclassering dat er geen aanleiding is het p.p. voort te zetten. Namens klager wordt verzocht om toekenning van een tegemoetkoming.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Uitgangspunt is dat bij gebruik van harddrugs gedurende de deelname aan het p.p. terugplaatsing naar een gesloten inrichting volgt, waarna
wordt
onderzocht wat er gedaan moet worden aan eventuele verslavingsproblematiek. Als een gedetineerde verblijft in een verslavings-begeleidingstraject kan bij een terugval een beoordeling plaatsvinden. Bij klager werd door de reclassering van het Leger des
Heils geen drugsverslaving geconstateerd. Er zou wel een probleem liggen in alcoholgebruik, maar een interventie gedurende zijn deelname aan het p.p. was niet geïndiceerd. Klager heeft de regels overtreden door gedurende de nachtelijke uren Exodus
tweemaal zonder toestemming te verlaten. Na terugkomst heeft klager bij een urinecontrole positief gescoord op het gebruik van alcohol en cocaïne. Hij was er van op de hoogte dat middelengebruik tot beëindiging van zijn deelname aan het p.p. zou
leiden.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Vast staat dat klager in de nacht van 17 op 18 april 2015 Exodus tweemaal zonder toestemming heeft verlaten en dat hij bij terugkomst bij een urinecontrole en bij het herhalingsonderzoek positief heeft gescoord op het gebruik van alcohol en
cocaïne. Tegen de beslissing van de directeur naar aanleiding van de positieve uitslag van de urinecontrole is geen beklag ingediend. Een positieve score bij een urinecontrole vormt naar het oordeel van de beroepscommissie een contra-indicatie voor de
voortzetting van klagers deelname aan een p.p. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Boerhof, secretaris, op 19 augustus 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven