Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1966/GV, 28 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1966/GV

betreft: [klager] datum: 28 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E. Hullegie, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 juni 2015 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten. Op 15 juli 2015 is van klagers raadsvrouw een nadere toelichting
ontvangen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van strafonderbreking afgewezen.

2. De standpunten
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager ontving op 4 juni 2015 bericht dat zijn schoonmoeder ongeneeslijk ziek is. Op 5 juni 2015 heeft klager navraag gedaan naar de mogelijkheden de inrichting te verlaten voor een bezoek aan zijn
schoonmoeder. Klager heeft de noodzakelijke documenten overgelegd. Klagers schoonmoeder is op 17 juni 2015 overleden. Klager heeft genoegzaam aangetoond dat hij voorafgaand aan zijn detentie een duurzaam samenlevingsverband had met zijn huidige
partner.
Klager en zijn partner hadden voor klagers detentie een gemeenschappelijke huishouding. Het gaat om een relatie van 24 jaar. Na de scheiding hebben klager en zijn partner zich verzoend. Klager heeft samen met zijn partner de zorg over vier minderjarige
kinderen. Klagers partner heeft steun nodig in deze moeilijke en zware periode. Klager heeft toegelicht waarom de ondersteuning noodzakelijk is. Het gaat om het bespreken en regelen van de uitvaart, het afscheid nemen van de schoonmoeder en het bieden
van ondersteuning aan de familie. Klager was hard nodig voor een langere periode. Klager is niet van plan zich aan zijn detentie te onttrekken. Ten onrechte is klagers gedrag in de inrichting niet meegewogen in de bestreden beslissing. Klager wordt
gezien als een man die altijd beleefd en correct is tegenover het personeel. Klager heeft tot op heden geen disciplinaire straffen en/of ordemaatregelen opgelegd gekregen. De verloven tijdens voorgaande detenties zijn goed verlopen.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft aangetoond dat hij een relatie heeft met zijn ex-vrouw. Het beroep ten aanzien van dit onderdeel van de bestreden beslissing zal dan ook gegrond moeten worden
verklaard. De afwijzing van de strafonderbreking berust echter ook op andere gronden. Klager heeft strafonderbreking aangevraagd voor de duur van drie maanden. Uit niets blijkt de noodzaak zijn partner bij te staan. Klager heeft geen gebruik willen
maken van begeleid afscheid en/of rouwbezoek.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein heeft negatief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag, gezien het recidiverisico, een openstaande strafzaak en het negatieve advies van het Openbaar Ministerie (OM). In dit advies
adviseert het OM negatief. Klager verzint alles bij elkaar en is zeer onbetrouwbaar gebleken. Een strafonderbreking voor lange duur zou volgens het OM alleen bij hoge uitzondering moeten worden toegelaten. Het risico op ontrekking wordt door het OM als
hoog ingeschat.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een vervangende hechtenis in verband met een aan hem opgelegde schadevergoedingsmaatregel (Wet Terwee) voor de duur van 352 dagen. Aansluitend dient hij eveneens op grond van de Wet Terwee een vervangende hechtenis te ondergaan van 330
dagen. De einddatum van zijn detentie valt thans op of omstreeks 21 april 2017.

Op grond van artikel 34 van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting (verder: de Regeling) kan strafonderbreking worden verleend wegens zodanig bijzondere omstandigheden in de persoonlijke sfeer, dat niet kan worden volstaan met een andere vorm
van verlof.
Op grond van artikel 36 jo. Artikel 24 van de Regeling kan strafonderbreking worden verleend voor de verzorging van een ernstig zieke schoonouder dan wel een bezoek in verband met het overlijden van een schoonouder.

Klager heeft verzocht om strafonderbreking voor de duur van drie maanden om zijn destijds in levensgevaar verkerende schoonmoeder te bezoeken en ondersteuning te verlenen aan zijn gezin. Op 17 juni 2015 is klagers schoonmoeder overleden.

Klagers stelling dat hij een hechte band heeft met zijn ex-partner wordt door de Staatssecretaris in beroep niet meer bestreden. De beroepscommissie gaat er daarom vanuit dat aan deze in de Regeling gestelde voorwaarde wordt voldaan. Voor het toekennen
van strafonderbreking zal aannemelijk moeten zijn dat klagers aanwezigheid in zijn gezin noodzakelijk is. De beroepscommissie is van oordeel dat dit uit de overgelegde stukken onvoldoende is gebleken. In het bijzonder heeft klager onvoldoende
toegelicht
waarom niet zou kunnen worden volstaan met incidenteel verlof. Aan klager is aangeboden om door middel van incidenteel verlof zijn schoonmoeder te bezoeken. Klager heeft dit aanbod echter afgewezen. Gelet op het vorenstaande kan de beslissing van de
Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, waaronder de veiligheid van de samenleving en de belangen van slachtoffers en nabestaanden, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond
worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. R.S.T. van Rossem-Broos en mr. G.L.M. Urbanus, leden, in tegenwoordigheid van
mr. R. Kokee, secretaris, op 28 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven