Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0109/GA, 17 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:17-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/109/GA

betreft: [klager] datum: 17 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 12 januari 2015 van de beklagcommissie bij de locatie Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 26 juni 2015, gehouden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught, is gehoord de heer [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de locatie Sittard.
Klagers raadsman mr. M.F.E. Sprenkels heeft laten weten verhinderd te zijn ter zitting van de beroepscommissie te verschijnen en er geen bezwaar tegen te hebben dat de behandeling van het beroep plaatsvindt.

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de procedure rondom klagers verzoek tot overplaatsing naar Radix te Heerlen (een Centrum voor Forensische Psychiatrische Hulp), verder ook de kliniek.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager heeft overplaatsing naar een kliniek aangevraagd, maar het BSD heeft geen overplaatsingsverzoek ingediend bij de selectiefunctionaris.
Daardoor heeft zijn verzoek veel vertraging opgelopen. Klager heeft tevens via de directeur een verzoek gedaan tot overplaatsing naar het gevangenisregime. Dit verzoek is ook niet ingediend bij de selectiefunctionaris. De directeur dient alle verzoeken
door te zenden waarin uitsluitend de selectiefunctionaris bevoegd is een beslissing te nemen.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Er wordt gewacht op goedkeuring voor opname vanuit de kliniek, vergezeld van een opnamedatum. Het selectievoorstel kan pas worden doorgestuurd naar
de selectiefunctionaris als de opnamedatum bekend is. Inmiddels verblijft klager in de kliniek.

3. De beoordeling
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beklag overweegt de beroepscommissie als volgt.
Op grond van artikel 43, derde lid, van de Pbw draagt de directeur zorg voor overbrenging van een gedetineerde naar een voor hulp en zorg bestemde plaats. Voor zover daarbij sprake is van plaatsing in een verslavingskliniek houdt artikel 31, eerste
lid,
van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (de Regeling) het volgende in: “De directeur kan, na instemming van de selectiefunctionaris, besluiten een al dan niet onherroepelijk veroordeelde gedetineerde in een
verslavingskliniek te plaatsen, indien de klinische opname in de verslavingskliniek als detentievervangende behandeling geïndiceerd is en de overbrenging zich verdraagt met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming.” In het midden is
gebleven en kan overigens ook blijven of Radix moet worden aangemerkt als een verslavingskliniek als bedoeld in artikel 31 van de Regeling, nu het in ieder geval een voor hulp en zorg bestemde plaats als bedoeld in artikel 43, derde lid, van de Pbw is.
In tegenstelling tot hetgeen de beklagcommissie heeft overwogen, is derhalve niet de selectiefunctionaris maar de directeur bevoegd om te beslissen op klagers verzoek tot overplaatsing naar Radix. De beroepscommissie vat het beklag op als te zijn
gericht tegen het verzuim van de directeur tijdig te beslissen op klagers verzoek, waartegen beklag open staat op grond van artikel 60, eerste en tweede lid, van de Pbw en zal klager alsnog ontvangen in het beklag.

Ten aanzien van het verzuim tijdig op klagers verzoek te beslissen overweegt de beroepscommissie het volgende. Uit het klaagschrift blijkt dat klager sinds mei 2014 verblijft in de locatie Sittard en dat hij begin december 2014 constateert dat de BSD
geen overplaatsingsverzoek heeft ingediend. Kennelijk doelt klager met dat laatste op een verzoek aan de selectiefunctionaris. In de onderhavige procedure is echter geen verzoek aan de selectiefunctionaris noodzakelijk, doch onder omstandigheden
slechts
diens instemming. Zoals klager terecht in zijn klaagschrift opmerkt moet er voorafgaande aan de overbrenging naar een kliniek veel worden geregeld. Niet alleen moet er vanuit de inrichting worden gerapporteerd en zijn daartoe gesprekken met onder meer
gedragdeskundigen noodzakelijk, maar tevens moet, zoals de directeur naar voren heeft gebracht, vaststaan dat Radix een voor klager geschikte kliniek is en dat Radix bereid is tot opname van klager. Bovendien moet een opnamedatum worden vastgesteld.
Mede in het licht van het feit dat niet meer is vast te stellen wanneer klager zelf heeft verzocht om opname in de kliniek is een tijdsverloop van iets meer dan zes maanden nog niet aan te merken als een zodanig verzuim, dat de directeur heeft
gehandeld
in strijd met enig wettelijk voorschrift dan wel bij de afweging van alle in aanmerking komende belangen onredelijk of onbillijk heeft gehandeld. Het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.

Aldus beslist in raadkamer door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. P.C. Vegter, voorzitter, dr. A.M. van Kalmthout en dr. H.G. van de Bunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 26 juni 2015 en verzonden op 17 juli 2015.
Deze beslissing is bij ontstentenis van de voorzitter getekend door dr. A.M. van Kalmthout en de secretaris.

Secretaris lid van de Raad

Naar boven