nummer: 15/1029/TA
betreft: [klager] datum: 14 juli 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.L. Louwerse, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 26 maart 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw mr. A.L. Louwerse om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de op 2 februari 2015 opgelegde afzondering.
De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Volgens klager heeft de afzondering tot 6 februari 2015, althans een aantal dagen voortgeduurd. Klager verzoekt de beroepscommissie de dagrapportages
van
2 tot en met 6 februari 2015 bij de inrichting op te vragen.
Het hoofd van de inrichting heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Aan klager is op 2 februari 2015 een afzonderingsmaatregel opgelegd, die op 3 februari 2015 in de middag is geëindigd. De inrichting
kan
geen dagrapportages aan derden, onder wie klager, verstrekken daar dit werkaantekeningen zijn. Verwezen wordt naar bestaande jurisprudentie van de beroepscommissie met kenmerk 02/2080/TA.
3. De beoordeling
De beroepscommissie wijst het verzoek van klagers raadsvrouw om dagrapportages bij de inrichting op te vragen af, nu uit RSJ 02/2080/TA volgt dat dagrapportages of werkaantekeningen geen deel uitmaken van het verpleegdendossier en klager daarom geen
recht op inzage daarin heeft.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Hierbij is in aanmerking genomen dat op grond van de zich in het dossier bevindende stukken moet worden
aangenomen dat de op 2 februari 2015 opgelegde afzondering op 3 februari 2015 is opgeheven en derhalve niet de minimale termijn van twee dagen (de dag van oplegging niet meegerekend) heeft geduurd alvorens een klacht daarover ontvankelijk is.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr. Drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 14 juli 2015.
secretaris voorzitter