Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4250/GA aanvullende uitspraak, 14 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:14-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4250/GA (aanvullende uitspraak)

betreft: [klager] datum: 14 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.L. van Gaalen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 november 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard.

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. M. de Reus, om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel voor de duur van twee dagen wegens het zich niet houden aan de bijzondere voorwaarden verbonden aan verlof, een en ander in verband met het doen van nader
onderzoek
en in afwachting van een eventuele overplaatsing naar een ander regime.

2. De standpunten van klager en de directeur
Zowel klager als de directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt.

3. De beoordeling
Aan de orde is de vraag of een ordemaatregel van afzondering kan worden opgelegd voor het doen van nader onderzoek en in afwachting van mogelijke herselectie. De beroepscommissie beantwoordt die vraag bevestigend. Daarbij gaat zij er vanuit dat met
name
die laatste grond voor de directeur zwaar heeft gewogen. Klager verbleef immers in een beperkt beveiligde inrichting en dan is voorafgaand aan een mogelijke herselectie de vrees voor onttrekking aan detentie in een geval als het onderhavige reëel. Die
vrees rechtvaardigt de oplegging van een ordemaatregel als de onderhavige.

Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep tegen dit onderdeel van het beklag zal derhalve ongegrond worden verklaard, met aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. A.M. van Kalmthout , leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op14 juli 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven