Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0773/GA, 10 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/773/GA

betreft: [klager] datum: 10 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 16 februari 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het niet beschikbaar zijn van klachtenformulieren om klachten in te dienen tegen andere inrichtingsmedewerkers dan de directeur.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Het klachtenformulier is gericht op beslissingen van de directeur. Daardoor is het niet mogelijk om in beklag te gaan over andere in de inrichting werkzaam zijnde personen. Klager stelt zich daarom op het standpunt dat het een beslissing is van de
directeur om hem niet in staat te stellen klachten in te dienen tegen die andere personen. In andere inrichtingen kunnen klachten wel gaan over andere medewerkers. Ook die mensen kunnen fouten maken en daarover moet je je kunnen beklagen. In de p.i.
Lelystad wordt geprobeerd de gedetineerden de mond te snoeren. Indien de Pbw daarvoor de mogelijkheid niet zou bieden, moet de wet misschien wel worden aangepast.

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
In artikel 60 van de Pbw is bepaald dat een gedetineerde bij de beklagcommissie beklag kan doen over hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissingen. Tegen andere beslissingen van de directeur of over beslissingen van medewerkers van
de
inrichting die niet zijn genomen in het kader van de uitoefening van de hun opgedragen taken, staat op grond van de Pbw geen rechtsmiddel open. Ten aanzien van beslissingen van medewerkers van de inrichting die zijn genomen in het kader van de
uitoefening van de hun opgedragen taken geldt, dat deze worden toegerekend aan de directeur. De Pbw kent daarom geen zelfstandig klachtrecht tegen beslissingen van inrichtingsmedewerkers, anders dan de beslissingen bedoeld in artikel 60 van de Pbw. Nu
het beklag niet is gericht tegen een beslissing van de directeur, kan klager niet worden ontvangen in zijn klacht.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom – voor zover dat is komen vast te staan – naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 10 juli 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven