Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2063/GB, 10 juli 2015, beroep
Uitspraakdatum:10-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/2063/GB

Betreft: [klager] datum: 10 juli 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.C. Hesen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 juni 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 15 juli 2015 te melden in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 12 juni 2015 is klager opgeroepen zich op 15 juli 2015 te melden in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein voor het ondergaan van drie dagen hechtenis. Op 17 juni 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 18 juni 2015 ongegrond
is
verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager is niet bekend met de veroordeling van de kantonrechter op 20 mei 2015 en ook niet met enige overtreding van de APV in maart 2013 in verband waarmee de straf zou zijn opgelegd. Bovenal
acht klager drie dagen hechtenis een ongekend zware bestraffing. Zeker nu artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is. Tevens zal detentie voor klager om meerdere redenen – waaronder gezondheidsredenen – ongekend nadelige consequenties
met zich meebrengen. Eerst zal dienen te worden bezien of er nog rechtsmiddelen openstaan tegen onderhavige veroordeling.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Het CJIB heeft verzocht klager op te roepen in het kader van de noodzaak tot tenuitvoerlegging betreffende een onherroepelijke veroordeling van de kantonrechter van 20
mei 2015. Op 18 juni 2015 heeft de selectiefunctionaris telefonisch contact gehad met klagers raadsman. Uit informatie van het CJIB en het CVOM blijkt dat aan klager op 1 april 2015 de dagvaarding is betekend. Klager was aldus op de hoogte van de
zittingsdatum. Vervolgens heeft de kantonrechter klager bij verstek veroordeeld. Met betrekking tot de gezondheidsklachten van klager zijn geen bewijsstukken aangeleverd. Naar aanleiding van het beroepschrift heeft de raadsman telefonisch laten weten
dat er geen nadere gronden worden ingediend.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Nieuwegein is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2 Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3 Uit de stukken blijkt dat klager op 20 mei 2015 door de kantonrechter te Utrecht bij verstek is veroordeeld tot een hechtenis van drie dagen, welke uitspraak op
4 juni 2015 onherroepelijk is geworden. Klager heeft hetgeen hij heeft aangevoerd met betrekking tot de nadelige gevolgen die detentie voor hem zou hebben niet nader onderbouwd. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat nu er geen sprake is van
uitzonderlijke omstandigheden, de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de drie dagen hechtenis voorop staat. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen,
niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van E.M. Breugem, secretaris, op 10 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven