Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/1214/TA, 11 oktober 2002, beroep
Uitspraakdatum:11-10-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 02/1214/TA

betreft: [klager] datum: 11 oktober 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennis genomen van een op 19 juni 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr.J.C. de Goeij, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak d.d. 13 juni 2002 van de beklagcommissie bij het Forensisch Psychiatrisch Centrum Veldzicht te Balkbrug, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 28 augustus 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Overijssel, locatie Zwolle te Zwolle, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. de Goeij, en namens het hoofd vanvoormelde tbs-inrichting [...], behandelingscoördinator. Hiervan is het aangehechte verslag opgemaakt.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de weigering de inrichting te verlaten ten einde gevolg te geven aan de oproep van de Haagse rechtbank d.d. 20 juni 2002 om ter zitting te verschijnen voor het horen op klagers verzoekschrift tot vaststelling vanhet niet bezitten van het Nederlanderschap (art. 17 Rijkswet op het Nederlanderschap). De weigering is gebaseerd op klagers delict- en vluchtgevaarlijkheid.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. De inrichting en de beklagcommissie weigeren klager persoonlijk aanwezig te laten zijn bij de mondelinge behandeling d.d.20 juni 2002 voor de rechtbank Den Haag waar een procedure ex artikel 17 Rijkswet op het Nederlanderschap aanhangig is gemaakt, strekkende tot de vaststelling dat klager de Nederlandse nationaliteit niet bezit. Nu die weigeringvoortduurt, heeft de raadsman de zitting laten uitstellen. De mondelinge behandeling is bedoeld om vragen van rechters te kunnen beantwoorden. Van de raadsman kan niet verwacht worden dat hij antwoord weet op alle vragen. Voortsbeschikt klager over een dossier dat nog niemand gezien heeft, waarvan hij het origineel in vertrouwen aan de rechtbank wenst te overhandigen. Om die redenen is de aanwezigheid van klager ter zitting strikt noodzakelijk. Er is eenleemte in de Bvt voor wat betreft het verschijnen in civielrechtelijke zaken. Ten onrechte wordt door de beklagcommissie gesteld dat klager delict- en vluchtgevaarlijk is. Het is niet de bedoeling dat klager zelfstandig deinrichting verlaat, maar onder begeleiding van justitieel vervoer. Dat is eerder gebeurd als klager opgeroepen was voor zittingen ter verlenging van de tbs en zittingen van de beroepscommissie. Ook is klager een aantal malen naarhet ziekenhuis getransporteerd voor onderzoek. Klager betwist dat hij delict- en/of vluchtgevaarlijk zou zijn. Klager is op 30 mei 2000 arbeidsongeschikt verklaard en heeft een slechte gezondheid.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie
ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
In verband met klagers delict- en vluchtgevaarlijkheid wordt enkel toestemming verleend om de inrichting te verlaten teneinde een zitting bij te wonen indien dit strikt noodzakelijk is. Klager wordt gezien als een ernstig zieke mandie lijdt aan een psychiatrische stoornis. In de inrichting heeft men met de behandeling niet kunnen bereiken wat men wenste te bereiken. Omdat klager weigert mee werken aan behandeling is er geen zicht op wat klager van plan is. Ter bescherming van de slachtoffers en potentiële slachtoffers wordt geweigerd om klager in het kader van de civielrechtelijke procedure de inrichting te laten verlaten. In verband met klagers delict- en vluchtgevaarlijkheid vergthet een onevenredige inspanning om hem naar een dergelijke zitting te vervoeren. Het voeren van gerechtelijke procedures maakt deel uit van de pathologie en vergt ook buitenproportioneel veel energie van klager en leidt hem af vande behandeling. Zijn waansysteem richt zich tegen justitie en justitiemedewerkers.

3. De beoordeling
Artikel 50, zesde lid, aanhef en onder a, van de Bvt vermeldt dat het hoofd van de inrichting de ter beschikking gestelde in de gelegenheid stelt de inrichting te verlaten teneinde een gerechtelijke procedure bij te wonen:
a. indien hij krachtens wettelijk voorschrift verplicht is voor een rechter of een bestuursorgaan te verschijnen;
b. indien hij terzake van een misdrijf moet terecht staan;
c. indien hij bij het bijwonen van de procedure een aanmerkelijk belang heeft en tegen het verlaten van de inrichting hiertoe geen overwegend bezwaar bestaat.

Klager die een verzoekschrift heeft ingediend tot vaststelling van het niet bezitten van het Nederlanderschap, ex artikel 17, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap, is door de rechtbank opgeroepen om ter zitting teverschijnen.
Op dergelijke civielrechtelijke procedures die met een verzoekschrift worden ingeleid is van toepassing artikel 429f van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering. Artikel 429f, eerste lid, houdt in dat de rechter de oproeping vande verzoeker gelast; in het vijfde lid van het artikel wordt bepaald dat de opgeroepene in persoon verschijnt of bij een vertegenwoordiger en dat de rechter verschijning in persoon kan gelasten.

Weliswaar is klager opgeroepen om ter zitting te verschijnen maar vooralsnog is klager niet verplicht om voor de rechter te verschijnen, nu de rechter (nog) niet gelast heeft dat klager in persoon ter zitting dient te verschijnen.Derhalve is geen sprake van een situatie als bedoeld in artikel 50, zesde lid, aanhef en onder a, van de Bvt. Klager heeft gesteld aanmerkelijk belang te hebben bij het bijwonen van de procedure. De inrichting heeft echtergemotiveerd aangegeven dat er in verband met klagers delict- en vluchtgevaarlijkheid grote bezwaren zijn tegen het verlaten van de inrichting en dat klagers delict- en vluchtgevaarlijkheid tevens tot gevolg heeft dat de inrichtinggrote inspanningen dient te leveren voor wat betreft de beveiliging. Dit tegen elkaar afwegend is de beroepscommissie van oordeel dat de beklagcommissie op goede gronden en met juistheid op het beklag heeft beslist. Het beroep zalderhalve ongegrond worden verklaard. Overigens wordt opgemerkt dat de mogelijkheid bestaat om klager rogatoir in de inrichting te (doen) horen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. E.J. Hofstee en dr. F. Koenraadt, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 11 oktober 2002

secretaris voorzitter

nummer: 02/1214/TA

betreft :[...], verder klager te noemen.

Verslag van het behandelde ter zitting van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden van 28 augustus 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Overijssel, locatieZwolle te Zwolle.

Samenstelling van de beroepscommissie:
voorzitter: mr. N. Jörg
leden: mr. E.J. Hofstee en dr. F. Koenraadt.
De beroepscommissie is bijgestaan door de secretaris mr. H.S. van Gemert.

Gehoord zijn klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. de Goeij, en namens het hoofd van de inrichting, [...], behandelingscoördinator.

Door en namens klager is - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd.
De mondelinge behandeling is bedoeld om vragen van rechters te kunnen beantwoorden. Van de raadsman kan niet verwacht worden dat hij antwoord weet op alle feitelijke vragen. Voorts beschikt klager over een dossier dat nog niemandgezien heeft, waarvan hij het origineel in vertrouwen aan de rechtbank wenst te overhandigen. Om die redenen is de aanwezigheid van klager ter zitting strikt noodzakelijk. Klager is opgeroepen en moet ook, tuchtrechtelijk gezien,toezicht kunnen houden op de werkzaamheden van de advocaat. Er is een leemte in de Bvt voor wat betreft het verschijnen in civielrechtelijke zaken. Er is geen sprake van een extreem beheers- en vluchtrisico. Klager is op 30 mei 2000arbeidsongeschikt verklaard en heeft een slechte gezondheid. Klager is nu ook met gewoon vervoer vervoerd naar de zitting van de beroepscommissie. Veldzicht kan niet beoordelen of klagers aanwezigheid ter zitting noodzakelijk is ofniet. Het is puur een machtsspelletje van de directie.
Klagers identiteit is onduidelijk. Hij weet niet meer wie hij is. Zijn Marokkaanse papieren zijn zoek geraakt. Volgens de registratie van het Meijers Instituut heeft klager de Marokkaanse nationaliteit, is hij getrouwd enjournalist. Volgens de registratie van Veldzicht is hij gescheiden heeft hij geen beroep, geen nationaliteit en geen kinderen. Klager legt een kopie over van hetgeen over hem geschreven is in 1986. Klager heeft niets aanontvluchten. Hij wil bewijzen dat hij onschuldig is.

Namens het hoofd van genoemde inrichting is - zakelijk weergegeven - het volgende verklaard.
In verband met klagers delict- en vluchtgevaarlijkheid wordt enkel toestemming verleend om de inrichting te verlaten teneinde een zitting bij te wonen indien dit strikt noodzakelijk is. Klager wordt gezien als een ernstig zieke mandie lijdt aan een psychiatrische stoornis. In de inrichting heeft men met de behandeling niet kunnen bereiken wat men wenste te bereiken. Omdat klager weigert mee werken aan behandeling is er geen zicht op wat klager van plan is. Ter bescherming van de slachtoffers en potentiële slachtoffers wordt geweigerd om klager in het kader van de civielrechtelijke procedure de inrichting te laten verlaten. In verband met klagers delict- en vluchtgevaarlijkheid vergthet een onevenredige inspanning om hem naar een dergelijke zitting te vervoeren. Het voeren van gerechtelijke procedures maakt deel uit van de pathologie en vergt ook buitenproportioneel veel energie van klager en leidt hem af vande behandeling. Klager levert in procedures ook onjuiste gegevens aan. Zijn waansysteem richt zich tegen justitie en justitiemedewerkers.

secretaris voorzitter

Naar boven