Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/2015/SGB, 1 juli 2015, schorsing
Uitspraakdatum:01-07-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 15/2015/SGB
Betreft : [verzoeker] datum: 1 juli 2015

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw), heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift, ingediend door mr. F. Visser, namens

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 73, vierde lid, juncto artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 18 mei 2015 tot plaatsing van verzoeker in de gevangenis van
de p.i. Alphen aan den Rijn.

De voorzitter heeft voorts kennis genomen van het bezwaarschrift van 21 mei 2015, van de beslissing op het bezwaarschrift van 29 juni 2015, het op 30 juni 2015 tegen de beslissing van de selectiefunctionaris ingediende beroepschrift, alsmede van de
schriftelijke inlichtingen van de selectiefunctionaris van 30 juni 2015.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van een verzoek om schorsing van een beslissing van de selectiefunctionaris slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en beslist. Aan de orde
is daarom slechts de vraag of de beslissing van de selectiefunctionaris is genomen in strijd met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de beslissing
van de selectiefunctionaris. Naar het oordeel van de voorzitter is dit het geval.

Verzoeker is vanuit de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i) van de p.i. Almelo op 19 mei 2015 teruggeplaatst naar de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn.

De beslissing van de selectiefunctionaris tot terugplaatsing is als volgt gemotiveerd: “U bent in verband gebracht met handel in drugs (voortgezet crimineel handelen tijdens detentie). Vanuit de directie is het advies om u terug te plaatsen naar een
regime zonder regimaire vrijheden. Doordat is aangetoond dat u zich tijdens uw detentie en uw verblijf in de ZBBI Karelskamp heeft bezig gehouden met de handel in drugs is een langer verblijf in de ZBBI afdeling niet wenselijk en wordt u geplaatst in
bovengenoemde inrichting.”

Uit de inlichtingen van de selectiefunctionaris blijkt dat hij zijn beslissing tot terugplaatsing gebaseerd heeft op de volgende informatie uit het selectieadvies van de inrichting van 18 mei 2015: “Gedurende zijn verblijf op de ZBBA zijn er vermoedens
ontstaan dat [...] zich bezig zou houden met de handel in drugs. Deze drugs zou uiteindelijk geleverd worden aan gedetineerden in het HvB gedeelte van de PI Almelo. Na onderzoek vanuit de afdeling beveiliging is uit telefoontaps gebleken dat
[...]inderdaad betrokken is bij de hiervoor genoemde handel in drugs en dus bij het voortgezet crimineel handelen tijdens detentie. Gebleken is dat zijn nummers gebeld zijn met telefoonkaarten vanuit de PI. Verder zijn de stemmen van de betrokken
personen herkend door het personeel van de PI Almelo. Tijdens de gesprekken is er gebruik gemaakt van aliassen en is er gesproken over de levering van drugs en het overmaken van geld. Ook is de kwaliteit en de wijze van invoer besproken.”

Verzoeker betwist ten stelligste dat hij in drugs heeft gehandeld en namens hem is in de bezwaarfase verzocht om de gesprekken of een uitwerking daarvan te ontvangen. Dit is door de heer [...] van de PI Almelo, naar onweersproken is gesteld:
ongemotiveerd geweigerd.

Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter is de door de verzoeker ingrijpende beslissing van de selectiefunctionaris onvoldoende zorgvuldig voorbereid, nu verzoeker, die de jegens hem geuite verdenking die aanleiding is geweest voor zijn
terugplaatsing met stelligheid ontkent, niet in de gelegenheid is geweest kennis te nemen van de inhoud van de gewraakte telefoongesprekken en zich over de inhoud van deze telefoongesprekken niet heeft kunnen uitlaten.

Het verzoek zal daarom worden toegewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst met onmiddellijke ingang de tenuitvoerlegging van de beslissing van de selectiefunctionaris van 18 mei 2015 tot plaatsing van verzoeker in de gevangenis van de p.i. Alphen aan den Rijn totdat de
beroepscommissie op het beroepschrift heeft beslist.

Aldus gedaan door J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris op 2 juli 2015

secretaris voorzitter

Naar boven