Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0557/GA, 23 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:23-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Vermissing  v

Uitspraak

nummer: 15/557/GA

betreft: [klager] datum: 23 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 7 januari 2015 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 mei 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam, is gehoord de plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Dordrecht [...].

Klager, die afstand heeft gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen, en zijn raadsvouw mr. E.K.A. van den Bos zijn niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van een ketting, een ring en een koptelefoon en de beschadiging van een radio/cassette/cd-speler.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hij is verantwoordelijk voor de spullen die hij op cel heeft, maar niet als hij die niet zelf kan inpakken. Klager kan pas opgeven dat hij spullen mist op het moment dat hij constateert dat hij ze mist. Op de invoerlijst staat de code van verzegeling
van klagers radio/cassette/cd-speler. De stickers met die code zitten nog steeds op zijn beschadigde apparaat. De radio/cassette/cd-speler staat gewoon op de invoerlijst. Er is wel degelijk melding gemaakt van een koptelefoon op de invoerlijst. De ring
en ketting hebben samen een waarde van € 750,=. De radio heeft een waarde van € 150,= en de koptelefoon een waarde van € 250,=. Klager is tevreden met een vergoeding van 1/3 maal € 450,=.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is zelf verantwoordelijk voor de voorwerpen die hij op zijn cel heeft. Uitgelegd wordt dat het beter is om geen kostbare voorwerpen in zijn verblijfsruimte te houden.
De lijst met daarop de inhoud van de preciosazak zit vast aan de preciosazak. In het bad wordt bijgehouden wat er in en uit de preciosazak gaat. Klager heeft de vermiste voorwerpen of meegenomen naar zijn cel of weggegeven.

3. De beoordeling
Klagers verblijfsruimte is ontruimd door twee medewerkers die verslag hebben opgemaakt met betrekking tot de in verblijfsruimte aangetroffen voorwerpen en de staat waarin deze verkeerden. Naar het oordeel van de beroepscommissie is hierbij voldaan aan
de eisen van de Richtlijn betreffende voorwerpen van ingeslotenen in justitiële inrichtingen van 9 december 2013 kenmerk 460022.

Op de lijst van invoer in de p.i. Vught van 18 september 2013 zijn een koptelefoon, een radio/cassette/cd-speler, drie ringen en een ketting vermeld.

De beroepscommissie acht aannemelijk geworden dat klager de in de p.i. Vught ingevoerde bovenvermelde voorwerpen heeft meegenomen naar cel. Op het ontruimingsverslag noch op de lijst van invoer is vermeld dat de radio/cassette/cd-speler beschadigd zou
zijn.

Naar het oordeel van de beroepscommissie kan gelet op het bovenstaande geen verwijt worden gemaakt aan de directeur van de p.i. Dordrecht van vermissing of beschadiging van bovenvermelde voorwerpen. Zij zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en
de
uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met deels wijziging van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met deels wijziging van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J.G.A. van den Brand en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 juni 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven