Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1024/GM, 22 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:22-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 15/1024/GM

betreft: [klager] datum: 22 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.J. Serrarens, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) Veenhuizen, locatie Norgerhaven,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 23 maart 2015 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 mei 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klagers raadsvrouw voormeld en [...], tandarts verbonden aan de p.i. Veenhuizen.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruikgemaakt.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 3 maart 2015, betreft het niet verwijzen naar en een afspraak maken met een tandartsenpraktijk, teneinde klagers tandheelkundige klachten te laten behandelen.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Namens klager is -zakelijk weergegeven- het volgende aangevoerd.
Klager heeft sinds een aantal maanden last van gebitselement 46. Er is sprake van een ontsteking van (de wortel van) dat element. Het gaat hierbij niet om een ‘gewone’ kies, maar om een element dat deel uitmaakt van een brug. Klager kan niet instemmen
met het verwijderen van dit element als niet tevens en tegelijkertijd door de inrichtingstandarts kan worden aangegeven hoe ervoor gezorgd wordt dat zijn gebit op die plaats weer in orde wordt gemaakt. Hij vraagt zich daarbij ook af dit door de aan de
p.i. verbonden tandarts, dan wel een kaakchirurg moet worden gedaan. Een door de medische dienst op 8 december 2014 toegezegde visie heeft klager en zijn raadsvrouw tot op heden echter niet bereikt. Uiteindelijk heeft klager op 28 januari 2015
toestemming vanuit de medische dienst gekregen om zich op eigen kosten te laten behandelen door de tandartspraktijk [...] te Assen. Een gemaakte afspraak zou niet door zijn gegaan omdat klager zich in het contact met die praktijk incorrect gedragen zou
hebben. Navraag leerde dat klager zich helemaal niet misdragen had, maar dat zijn behandeling werd geweigerd, omdat de tandartspraktijk het werken met/voor gedetineerden bij nader inzien organisatorisch lastig vond. Een verzoek van klager tandarts
[...]
te Groningen te bezoeken werd door de medische dienst afgewezen.
In de p.i. Esserheem is klager door een andere inrichtingstandarts antibiotica voorgeschreven. Klager is inmiddels overgeplaatst naar de p.i. te Heerhugowaard.
Onduidelijk is in hoeverre de aanpak van de tandarts, verbonden aan de p.i. Norgerhaven, tot blijvende schade heeft geleid. Wel heeft klager maandenlang (onnodig) rondgelopen met een ontsteking in zijn mond. Hij heeft daarvan veel pijn ondervonden en
had in deze periode moeite met eten (kauwen).
De medisch adviseur stelt in de bestreden beslissing van 23 maart 2015 dat het probleem rond gebitselement 46 ‘stap voor stap’ moet worden behandeld. Het probleem is echter juist dat de inrichtingstandarts geen stappenplan had. Verder dan het advies
gebitselement 46 te trekken, kwam hij niet.

De tandarts heeft het volgende standpunt ingenomen.
In de mailwisseling zit een stuk van de inrichtingstandarts, waarin hij aangeeft dat hij het prima vindt een gesprek mat klager aan te gaan. Verder geeft hij aan dat het wel duidelijk is dat de eerste stap moet zijn extractie van element 46. Als klager
geen vertrouwen in de tandheelkunde van de inrichting heeft zou hij terecht kunnen bij de kaakchirurg in Assen. Toont klager zich coöperatief in deze eerste actie, dan kan hij verder geadviseerd worden, indachtig het door de directie beloofde, welke
acties binnen of buiten kunnen plaatsvinden. Gedacht wordt aan een bezoek aan de paradontoloog voor het gezonder maken van klagers tandvlees en om een oordeel te krijgen over de kans van slagen van implantaten bij zijn mondhygiëne.
Ter zitting is daaraan toegevoegd dat met klager besproken is wat er mogelijk was en dat hij bij een kaakchirurg en bijzondere tandheelkundige zorg in Zwolle en Groningen is geweest. Klager stemde aanvankelijk in met extractie, maar kwam daar op het
moment van de ingreep op terug.
De visie is op 28 januari 2015 naar klagers raadsvrouw gezonden, nadat het met klager besproken was.

3. De beoordeling
De beroepscommissie stelt op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting vast dat, met name gelet op hetgeen door de inrichtingstandarts hieromtrent ter zitting is aangevoerd, er voldoende naar voren is gekomen dat met betrekking tot klagers
problemen aan gebitselement 46 sprake is geweest van een duidelijk en correct behandelplan, welk plan ook, zoals ter zitting aannemelijk is geworden, voldoende uitgebreid met klager is besproken en welk behandelplan aan de raadsvrouw gezonden is. Het
is
spijtig dat dit plan, hoewel verzonden, de raadsvrouw om een of andere reden niet in een eerdere stadium bereikt heeft.
Gelet op de problemen aan het betreffende element is een behandeling als voorgesteld, kort gezegd extractie van de ontstoken en problemen veroorzakende kies, vervolgens het laten herstellen van het eromheen gelegen tandvlees, om uiteindelijk over te
gaan tot een passende functie herstellende ingreep, de juiste. Voordat overgegaan kan worden tot plaatsen dan wel implanteren van enig kunstelement, dient het tandvlees schoon en gezond te zijn. Een dergelijke behandeling kan om die reden niet in één
keer worden uitgevoerd, maar dient stapsgewijs te worden uitgevoerd.
Door meerdere tandartsen is naar de situatie van klagers gebit gekeken en is overleg geweest. Dat het klager uiteindelijk niet is toegestaan nogmaals een tandheelkundig specialist buiten de inrichting te bezoeken is een beslissing van de directeur. Dat
er medisch gezien hiervoor geen noodzaak aanwezig werd geacht, is gelet op het feit dat klagers gebit al meermalen door tandartsen bekeken was en hij ook eerder de mogelijkheid had gekregen een specialist buiten de inrichting te bezoeken, niet
onredelijk of onbillijk.
De beroepscommissie is het voorgaande in samenhang en onderling verband bezien van oordeel dat het handelen van de tandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Het beroep zal derhalve ongegrond worden
verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J.C. Koens, voorzitter, dr. Ing. C.J. Ruissen en B.G.J. Veldman, leden, in tegenwoordigheid van
mr. I. Lispet, secretaris, op 22 juni 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven