Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0305/TA, 4 juni 2015, beroep
Uitspraakdatum:04-06-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Hoorplicht  v

Uitspraak

nummer: 15/305/TA

betreft: [klager] datum: 4 juni 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.R. Ytsma namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 januari 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC Dr. S. van Mesdag te Groningen, verder te noemen de inrichting, betreffende:
a. het op 5 januari 2015 tussen 07.30 uur en 15.30 uur niet zijn kamer mogen verlaten;
b. het missen van verzorgingsmomenten op 5 januari 2015,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager en zijn raadsman mr. A.R. Ytsma om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Door de raadsman is aangevoerd dat het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden nu in de beklagprocedure klager niet in de gelegenheid is gesteld om te reageren op een reactie van de directeur. Nu in beroep alle stukken aan klager en zijn raadsman
zijn verstrekt en deze alsnog in de gelegenheid zijn gesteld om te reageren, ontbeert het verweer feitelijke grondslag Voor zover het verweer moet worden opgevat als gericht op het ontbreken van mondelinge hoor en wederhoor stelt het een eis die niet
uit de Bvt kan worden opgemaakt.

Hetgeen in beroep is aangevoerd is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagrechter. Zij zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter
bevestigen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. N. Jörg, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en mr.drs. L.C. Mulder, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 4 juni 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven