nummer: 14/4189/GA
betreft: [klager] datum: 1 juni 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 29 oktober 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) te Amsterdam,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 23 april 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam
Over-Amstel, is gehoord [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voormelde p.i.. Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorg gedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het opleggen van een time out van vijf minuten op eigen cel op 18 september 2014.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt schriftelijk– zakelijk weergegeven – toegelicht. Op 18 september 2014 heeft klager een time out opgelegd gekregen wegens het observeren van een vrouwelijke
zorg-behandel-inrichtingsmedewerker (zbiw-er). In klagers behandelplan staat dat een zbiw-er – alvorens twee keer te hebben gewaarschuwd – klager een time out mag opleggen. Dit behandelplan is zonder overleg en tegen klagers wil opgesteld. Het
oppervlakkig praten met een zbiw-er dan wel het observeren van een zbiw-er is geen gegronde reden om een time out op te leggen.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Klager is veroordeeld wegens stalking van een vrouw. Aan klager kan ingevolge de jurisprudentie inzake het
bewaardersarrest op basis van de voorwaarden zoals vastgesteld in zijn behandelplan door een zbiw-er een time out van hooguit een kwartier worden opgelegd. Het behandelplan is eenzijdig opgesteld, nu het een psychiatrisch patiënt betreft die gedwongen
in een inrichting verblijft. De time outs zijn voldoende om een gedragsaanpassing te bereiken en te voorkomen dat er steeds ordemaatregelen moeten worden opgelegd. Er is een onderscheid te maken tussen gedetineerden en patiënten die nogal eens pieken
kennen in emotioneel gedrag. De directeur is destijds onverwijld op de hoogte gesteld van de opgelegde time out, omdat de directeur toen (nog) aanwezig was bij het ochtendrapport. Dit staat tevens vermeld in de dagverslaglegging over klager.
De beoordeling
De beroepscommissie stelt vast dat op 18 september 2014 aan klager een zogenaamde time out is opgelegd. In de Pbw noch in de memorie van toelichting wordt een dergelijke ordemaatregel met naam genoemd. Feitelijk hield de time out in dat klager vijf
minuten is afgezonderd op zijn eigen cel.
Op grond van het bepaalde in artikel 24, vierde lid, van de Pbw in samenhang bezien met artikel 23, eerste lid onder a, van de Pbw kan een gedetineerde in afzondering worden geplaatst indien onverwijlde tenuitvoerlegging van de afzondering noodzakelijk
is in het belang van de handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting (bewaardersarrest). Daarvan dient de directeur onverwijld op de hoogte te worden gesteld. Uit hetgeen de directeur ter zitting heeft aangevoerd blijkt dat de directeur in
september 2014 aanwezig was bij het ochtendrapport, alwaar de time out onverwijld aan de directeur is medegedeeld. Dit staat tevens vermeld in de dagverslaglegging over klager. Nu klager – na twee keer hiervoor te zijn gewaarschuwd – oogcontact bleef
zoeken met een vrouwelijke zbiw-er, is de beroepscommissie van oordeel dat klagers gedraging (een onverwijlde tenuitvoerlegging van) de aan klager opgelegde time out noodzakelijk maakte met het oog op de handhaving van de orde en veiligheid in de
inrichting. De beroepscommissie is dan ook van oordeel dat de bestreden beslissing niet onredelijk of onbillijk is.
Gelet op het vorenstaande zal de beroepscommissie het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.
Overigens merkt de beroepscommissie op dat door de directeur is aangevoerd dat in het behandelplan is vastgelegd onder welke voorwaarden een time out kan worden gegeven. Dit behandelplan, dat eenzijdig, zonder consensus van de gedetineerde en derhalve
niet conform de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen is opgesteld, kan echter op zichzelf niet de basis zijn voor het opleggen van een penitentiaire maatregel, te weten het bewaardersarrest.
De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met wijziging van de gronden.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.M. van der Bas, voorzitter, J. Schagen MA en drs. F.M.J. Bruggeman, leden, in tegenwoordigheid van
R. Boerhof, secretaris, op 1 juni 2015
secretaris voorzitter