nummers: 15/133/TA en 15/233/TA
betreft: [klager] datum: 1 juni 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. S.O. Roosjen namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen twee uitspraken van 5 januari 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraken waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak zijn gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 30 april 2015, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting
[...] en [...], juridisch medewerkers.
Klager en zijn raadsman mr. S.O. Roosjen hebben schriftelijk meegedeeld niet ter zitting te zullen verschijnen.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraken van de beklagrechter
Het beklag betreft: a. de lange duur van de screening van de aan klager in bruikleen gegeven USB-stick (15/133/TA) en b. het niet langer gebruik mogen maken van een computer van de inrichting (15/233/TA).
De beklagrechter heeft klager in het beklag onder a. en b. niet-ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraken weergegeven,.
2. De standpunten
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De screening van de inbeslaggenomen USB-stick heeft onredelijk lang geduurd. Klager is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in het beklag. Afgeweken is van de werkwijze voor screening van apparatuur die is opgenomen als bijlage bij de huisregels.
De
USB-stick wordt niet aan de verpleegde geretourneerd maar bewaard op de afdeling totdat klager eventueel de USB-stick, die geen eigendom van klager is, onder toezicht kan gebruiken. Dat de USB-stick inbeslag was genomen voor screening is klager al in
januari 2014 meegedeeld. Dat de USB-stick pas op 6 maart 2014 richting de afdeling I&A is gegaan komt niet voor rekening van klager. Niet gehandeld is volgens de voorgeschreven werkwijze en dit is in strijd met de regels. Klager heeft overigens geen
schade geleden.
Voor wat betreft het gebruik van de computer erkent klager dat hij geen onaantastbaar recht heeft op het gebruik hiervan. Hij heeft de computer echter nodig in verband met zijn resocialisatie. Ten gevolge van deze beslissing kon hij delen van zijn
dagprogramma niet volgen. Hij volgde het vak grafische educatie en dat is zonder computer niet mogelijk. Er was geen enkele redelijke grond om hem niet langer toe te staan om gebruik te maken van een computer. Zijn behandeling wordt hierdoor geschaad.
Enkel op basis van vermoedens is het pc-verbod ingesteld. Het pc-verbod betreft een beklagwaardige beslissing.
Namens het hoofd van de inrichting is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Niet geregistreerd kan worden wanneer een uitspraak van de beklagrechter wordt uitgereikt omdat dit geprivilegieerde post betreft. Klager is ontvankelijk in het beroep. Klager is terecht niet-ontvankelijk verklaard in het beklag vermeld onder a en b.
Wanneer klager gebruik had gemaakt van de computer kon de afdeling automatisering er daarna niet meer op omdat de computer dan vastliep. Er zijn hoesjes met opschriften van bepaalde software bij hem aangetroffen. Volgens de afdeling automatisering kon,
indien klager over die software zou beschikken, hij daarmee computers in de inrichting saboteren. Klagers MP3-speler en USB-stick, die hij in bruikleen had, zijn inbeslaggenomen. De MP3-speler was vernield. Met een MP3-speler met USB-aansluiting kan
een
pc worden beïnvloed. Alles wees in klagers richting. Na invoering van het computerverbod voor klager waren de problemen verholpen. Er is onderzoek ingesteld maar niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat klager een rol heeft gespeeld bij de
sabotage
van de computer.
Klager volgde de grafische blokken als hobby en niet in verband met een opleiding. Er is getracht om hem een alternatief te bieden, maar klager wil al sinds 2007 vrijwel niets.
3. De beoordeling
Met betrekking tot a:
Het beklag is gericht tegen de lange duur van screening van een USB-stick die klager in bruikleen had. Naar het oordeel van de beroepscommissie betreft dit geen beslissing in de zin van artikel 56 of 57 Bvt en kan klager niet in het beklag worden
ontvangen. De beroepscommissie zal derhalve op dit punt het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagrechter bevestigen met wijziging van de gronden.
Met betrekking tot b:
Het beklag is gericht tegen het niet langer gebruik mogen maken van een computer van de inrichting. Er bestaat geen recht op het gebruik van een computer en ook in klagers behandelplan zijn hierover geen afspraken gemaakt. Naar het oordeel van de
beroepscommissie betreft dit geen beslissing in de zin van artikel 56 of artikel 57 van de Bvt en kan klager niet in het beklag worden ontvangen. De beroepscommissie zal derhalve op dit punt het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de
beklagrechter bevestigen.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart voor wat betreft a. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter, met wijziging van de gronden. Zij verklaart voor wat betreft b. het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit:
mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en prof. dr. H.J.C. van Marle, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 1 juni 2015.
secretaris voorzitter