Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4272/SGA, 25 november 2014, schorsing
Uitspraakdatum:25-11-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/4272/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 25 november 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Almelo.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van de in de p.i. Almelo ondergebrachte ZBBI van 14 november 2014, inhoudende de oplegging van
een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een andere verblijfsruimte dan een afzonderingscel voor de duur van veertien dagen, ingaande op 14 november 2014 om 12.00 uur en eindigende op 28 november 2014 om 12.00 uur. Verzoeker, die in de zeer
beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de p.i. Almelo verbleef, zou gedrag hebben vertoond dat indruist tegen het verwachte gedrag van een in een open regime verblijvende gedetineerde. In afwachting van de beslissing van de selectiefunctionaris
om
verzoeker over te plaatsen naar een gesloten setting is onderhavige ordemaatregel opgelegd. De tenuitvoerlegging geschiedt kennelijk in het h.v.b. De Karelskamp in afwachting van de beslissing van de selectiefunctionaris. De directeur heeft opgemerkt
dat verzoeker niet wordt afgezonderd en dat hij op de afdeling waar hij verblijft mee kan doen met het normale programma.

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 17 november 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 20 november 2014.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. De directeur heeft in zijn inlichtingen opgenomen dat verzoeker, op het moment dat hij in de z.b.b.i. van de p.i. Almelo verbleef, zich niet heeft
gehouden aan aanwijzingen door het personeel en dat hij zich zodanig heeft gedragen dat hij uiteindelijk met fysiek geweld uit het kantoor moest worden verwijderd. Volgens de directeur heeft verzoeker hiermee gedrag vertoond dat indruist tegen het
gedrag dat van een gedetineerde in een open regime wordt verwacht. De directeur heeft naar aanleiding hiervan de selectiefunctionaris verzocht om verzoeker, die reeds eerder een waarschuwing had gekregen van het afdelingshoofd en voorwaardelijk was
teruggeplaatst naar een gesloten setting, te selecteren voor plaatsing in een gesloten gevangenis. In afwachting van die selectie en overplaatsing is verzoeker de onderhavige ordemaatregel opgelegd. Deze maatregel wordt ten uitvoer gelegd in het
gesloten gedeelte van de p.i. Almelo. Verzoeker neemt hierbij deel aan het reguliere dagprogramma. Naar het voorlopig oordeel van de voorzitter mocht de directeur gelet op het vorenstaande de onderhavige maatregel opleggen. De voorzitter merkt ten
overvloede nog op dat het op grond van artikel 25 van de Pbw mogelijk is een ordemaatregel in een andere inrichting of op een andere afdeling te doen ondergaan, zoals hier kennelijk aan de orde is. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gedaan door mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 25 november 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven