Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0771/GB, 11 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:11-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/771/GB

Betreft: [klager] datum: 11 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 maart 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 4 november 2013 gedetineerd. Hij verbleef in de zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.) van de locatie Westlinge te Heerhugowaard. Op 28 januari 2015 is hij geselecteerd voor de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar een
regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau geldt. Op 3 april 2015 is klager opnieuw geselecteerd voor een z.b.b.i., de z.b.b.i. van de locatie Zuyder Bos. Inmiddels neemt klager sedert 15 april 2015 deel aan een penitentiair
programma (p.p.).

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klagers plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos is enkel en alleen gebaseerd op een incident tijdens een verlof om zijn pro forma zitting bij het gerechtshof te Amsterdam te
bezoeken, op grond waarvan hij is gedegradeerd. Klager was fysiek niet in staat om binnen het hem gegeven tijdsbestek tijdig bij het gerechtshof te Amsterdam te verschijnen, vanwege medische klachten tijdens het lopen. Er zijn nooit problemen geweest
tijdens eerdere verloven en klager zou zijn verdere detentiefasering nimmer op het spel zetten. De directeur heeft verzuimd de belangenafweging omtrent klagers gedrag met betrekking tot de degradatiebeslissing te vermelden. Er is onvoldoende navraag
gedaan naar klagers verhaal, waardoor de bestreden beslissing op onvoldoende gronden is genomen en onvoldoende is gemotiveerd. De selectiefunctionaris heeft naar aanleiding van het beroepschrift besloten klager opnieuw te selecteren voor een z.b.b.i.,
waaruit blijkt dat ook hij van mening is dat zijn eerdere beslissing onjuist was. Klager verzoekt om een tegemoetkoming van
€ 187,50.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager is in de z.b.b.i. gedegradeerd op grond van ongeoorloofd afwezig zijn. Hij was niet aanwezig bij de geplande zitting en te laat terug in de inrichting. Gelet op
de voorwaarden zoals weergegeven in artikel 2 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: Regeling) betekent degradatie dat klager niet meer in aanmerking komt voor plaatsing in een z.b.b.i. Inmiddels heeft de
selectiefunctionaris op grond van het beroepschrift en naar aanleiding van actuele informatie uit de inrichting aanleiding gezien een nieuwe beslissing tot plaatsing in een z.b.b.i. te nemen. Daarbij is meegewogen dat klager op 13 maart 2015 de
inrichting heeft mogen verlaten op grond van algemeen verlof.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Zuyder Bos is een inrichting voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte
gemeenschap worden geplaatst.

4.2. In zeer beperkt beveiligde inrichtingen of afdelingen kunnen gedetineerden worden geplaatst die een te verwaarlozen vlucht- of maatschappelijk risico vormen, aan wie een vrijheidsstraf van tenminste zes maanden is opgelegd, die in geval de
veroordeling onherroepelijk is ten minste de helft van de opgelegde vrijheidsstraf hebben ondergaan dan wel in geval de veroordeling nog niet onherroepelijk is een tijd in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht waarvan de duur ten minste gelijk is
aan
de helft van de opgelegde gevangenisstraf, die beschikken over een aanvaardbaar verlofadres, die een strafrestant hebben van ten minste zes weken en ten hoogste zes maanden en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart
2014,
Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.3. De beroepscommissie stelt vast dat klager is gedegradeerd, hetgeen blijkt uit het selectieadvies van 28 januari 2015. Gelet op de onder 4.2 genoemde voorwaarden en de weigeringsgrond zoals genoemd in artikel 2, tweede lid onder d, van de
Regeling, kwam klager niet langer in aanmerking voor plaatsing in een z.b.b.i. De selectiefunctionaris heeft op grond daarvan in redelijkheid kunnen beslissen tot de plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos, waar een regime van beperkte
gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau geldt. Dat klager op een later moment weer is gepromoveerd en naar aanleiding daarvan opnieuw is geselecteerd voor plaatsing in een z.b.b.i. doet niet af aan de beslissing van de selectiefunctionaris van
28
januari 2015 tot klagers plaatsing in de gevangenis van de locatie Zuyder Bos. Uit telefonische inlichtingen is gebleken dat klager bij de beklagcommissie beklag heeft gedaan tegen de degradatiebeslissing, maar dat hierop nog geen beslissing is
genomen.

4.4. Gelet op het vorenstaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal
derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
E.M. Breugem, secretaris, op 11 mei 2015

secretaris voorzitter

Naar boven