Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/1278/GB, 19 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:19-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/1278/GB

Betreft: [klager] datum: 19 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.K. Ramdas, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 17 april 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 20 april 2015 te melden in de gevangenis van de locatie Esserheem te Veenhuizen niet ontvankelijk verklaard. In de bestreden beslissing heeft de
selectiefunctionaris ten overvloede wel gereageerd op de bezwaren van klager.

2. De feiten
Op 13 april 2015 is klager opgeroepen zich op 20 april 2015 te melden in de gevangenis van de locatie Esserheem voor het ondergaan van 846 dagen gevangenisstraf. Op 17 april 2015 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 17 april 2015
niet ontvankelijk is verklaard. Klager heeft zich op 20 april 2015 in voornoemde inrichting gemeld.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De periode tussen 13 april 2015 en 17 april 2015 bedraagt vier dagen en derhalve kan klager zich er niet mee verenigen gelet op de termijn van zeven dagen dat zijn bezwaar niet ontvankelijk is
verklaard. Een termijn van drie maanden is allerminst voldoende om zich samen met zijn zwangere vrouw voor te bereiden op zijn detentie. Veel stress kan blijkens de verklaring van klagers huisarts ernstige negatieve gevolgen hebben voor het ongeboren
kind. Voorts is het van essentieel belang dat de kinderen van klager goed worden voorbereid op zijn detentie door middel van gesprekken met een kinderpsycholoog, omdat traumatische ervaringen zeer kunnen ingrijpen in het leven van kinderen en hun
belangen de eerste overweging dienen te vormen gelet op artikel 3 Verdrag inzake de rechten van het Kind (IVRK). Een uitstel is voor het vorenstaande een oplossing. Daarbij heeft klager een gratieverzoek ingediend, waarbij de kans groot is dat er
gratie
wordt verleend. Verder is ten onrechte toepassing gegeven aan het rechtsinstrument Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS). Indien en voor zover de Wet overdracht tenuitvoerlegging
strafvonnissen (WOTS) zou zijn toegepast, zou de straf niet meer dan acht maanden bedragen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf. In uitzonderlijke omstandigheden kan uitstel worden verleend. Gelet op het dossier van klager is
hem twee keer uitstel verleend om zaken te kunnen regelen. Hoewel de wens van klager om bij zijn gezin te kunnen zijn begrijpelijk is, is onvoldoende duidelijk geworden dat het verlenen van uitstel een oplossing biedt voor de problemen waar klager mee
kampt. Klager heeft zich inmiddels op 20 april 2015 gemeld.

4. De beoordeling
4.1. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.2. Op grond van artikel 17, tweede lid jo. Artikel 61, vijfde lid, van de Pbw dient het bezwaarschrift uiterlijk op de zevende dag na die waarop de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing waarover hij zich wenst te beklagen te worden
ingediend. De brief waarin klager is opgeroepen zich te melden in de locatie Esserheem is gedateerd op 13 april 2015. Het bezwaarschrift is gedateerd op 17 april 2015 en op 17 april 2015 heeft de selectiefunctionaris de bestreden beslissing genomen.
Naar het oordeel van de beroepscommissie heeft klager zijn bezwaar tijdig ingediend en had de selectiefunctionaris klager in zijn bezwaar dienen te ontvangen. Nu de selectiefunctionaris in de bestreden beslissing inhoudelijk op het bezwaar is ingegaan
zal de beroepscommissie ook inhoudelijk op het beroep beslissen.

4.3. Aan klager is tweemaal eerder uitstel verleend om zich te melden. Op 10 februari 2015 heeft de selectiefunctionaris klager twee maanden uitstel verleend in verband met het treffen van een regeling met zijn werkgever en de zorg voor zijn partner
en kinderen, daar hij de kostwinner is. Op 14 april 2015 is uitstel verleend voor een week, omdat de zoon van klager op 12 april 2015 was opgenomen in het ziekenhuis. Gelet op het eerder tot tweemaal toe verleende uitstel is de beroepscommissie van
oordeel dat klager voldoende gelegenheid heeft gehad om maatregelen te treffen met betrekking tot de voorbereiding van zijn vrouw en kinderen op zijn detentie. De beroepscommissie is met de selectiefunctionaris van oordeel dat niet gebleken is dat het
wederom verlenen van uitstel tot een verbetering van klagers situatie zou leiden. Klager diende er rekening mee te houden dat de opgelegde vrijheidsstraf op enig moment ten uitvoer zou worden gelegd en heeft voldoende gelegenheid gehad om te
anticiperen
op zijn aankomende detentie.

4.4. Gelet op het vorenstaande kan de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve
ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
E.M. Breugem, secretaris, op 19 mei 2015

secretaris voorzitter

Naar boven