Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0373/GB, 19 mei 2015, beroep
Uitspraakdatum:19-05-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 15/373/GB

Betreft: [klager] datum: 19 mei 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. de Reus, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 5 februari 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op 24 maart 2015 is klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L. Huigsloot, in de locatie De Schie te Rotterdam door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de gevangenis met een normaal beveiligingsniveau van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 17 januari 2014 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting van de locatie Zuyder Bos. Op 27 januari 2015 is klager teruggeplaatst naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos.

2.2. Bij uitspraak van 23 maart 2015, met nummer 2015/071, van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos, is klagers beklag betreffende de degradatiebeslissing van 27 januari 2015, voor zover hier van belang, gegrond verklaard.
De directeur is tegen het gegrondverklaarde gedeelte niet in beroep gekomen waardoor deze uitspraak onherroepelijk is geworden.

3. De standpunten
3.1. Klagers raadsvrouw heeft ter zitting aangegeven dat zij die ochtend de beslissing van de beklagrechter heeft ontvangen en zij heeft deze overgelegd. De beklagrechter heeft de klacht inzake de beslissing tot degradatie gegrond verklaard en
klager
een tegemoetkoming van € 5,= toegekend.

Klagers raadsvrouw benadrukt dat nu de beklagrechter heeft geoordeeld dat de directeur de degradatiebeslissing niet op juiste gronden heeft genomen, ook de grond aan de selectiebeslissing komt te ontvallen om klager van de beperkt beveiligde inrichting
Zuyder Bos over te plaatsen naar de gesloten inrichting Zuyder Bos.
Het overige gedrag van klager is onvoldoende in de degradatiebeslissing meegewogen. Ook is niet omschreven of klager iets met de telefoon heeft gedaan. In sommige delen van de beperkt beveiligde inrichting is het overigens wel toegestaan een telefoon
bij je te hebben.
Niet is voldaan aan de voorwaarden om klager over te plaatsen van een beperkt beveiligde inrichting naar een gesloten inrichting. Daarom wordt verzocht de beslissing van de selectiefunctionaris te vernietigen en hem opdracht te geven een nieuwe
beslissing te nemen.

Klager heeft aangevoerd dat hij op weg was naar de medische dienst vanwege klachten aan zijn schouder. Vandaaruit ging hij naar de arbeidszaal om te zeggen dat hij niet kon werken. Daar aangekomen kwam er een p.i.w.-er naar hem toe. Klager moest alles
uit zijn zakken halen. Klager was met een schoon geweten op pad binnen de inrichting. Het is hem bekend dat hij naar de arbeid geen telefoon bij zich mag hebben, maar hij kwam alleen bij de arbeid om mee te delen dat hij niet kon werken.
Overigens heeft klager nooit een kopie van de huisregels meegekregen.
Sinds de uitspraak van de schorsingsvoorzitter zit klager weer op groen in de gevangenis.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Hoewel in de beslissing met betrekking tot de motivatie enkel is aangegeven dat klager op basis van degradatie ex artikel 3, eerste lid, sub d van de Regeling selectie plaatsing en overplaatsing gedetineerden (hierna: de Regeling) is teruggeplaatst
naar
een gesloten inrichting, is de reden van degradatie en de terugplaatsing het volgende.
Bij klager is een mobiele telefoon aangetroffen, hoewel bij uitleg van de huisregels nadrukkelijk is gezegd dat dit ten strengste verboden is. Hij heeft hiermee de orde en veiligheid ernstig in gevaar gebracht. De voorzitter van de beroepscommissie,
waar namens klager om schorsing is gevraagd met betrekking tot de degradatiebeslissing van de directeur, is van mening dat degradatie niet gebaseerd dient te zijn op een enkel incident. Daarom is de degradatiebeslissing van de directeur geschorst.
Schorsing van die beslissing betekent echter niet dat klager onmiddellijk teruggeplaatst dient te worden naar een b.b.i.. Het gedrag dat voor de directeur aanleiding was tot degradatie, het in het bezit hebben van een mobiele telefoon op een plaats
waar
dit niet is toegestaan, mag dan volgens de voorzitter niet direct aanleiding zijn geweest voor degradatie, maar de orde en de veiligheid was wel degelijk in het geding en dit vormde aanleiding tot uitplaatsing uit de b.b.i.. Klager is in de gevangenis
van Zuyder Bos geplaatst, aanvankelijk op een basis-regiem, doch dat laatste is naar aanleiding van de beslissing van de voorzitter rechtgetrokken. Klager diende op basis van deze beslissing weer in het plusregiem geplaatst te worden. Er is geen
aanleiding klager terug te plaatsen naar de b.b.i..

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling kunnen in een beperkt beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden, beschikken over
een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als redelijk en billijk worden aangemerkt. Hierbij is het volgende in aanmerking genomen. Klager is
vanuit de b.b.i. teruggeplaatst naar het basisregime van de gevangenis Zuyder Bos vanwege het in het bezit hebben van een telefoon op een plek binnen de b.b.i. waar dat niet is toegestaan.
Het in het bezit hebben van een mobiele telefoon op een plek waar dit niet is toegestaan is een gevaar voor de orde en veiligheid in de inrichting. Dat klager op grond daarvan is overgeplaatst is niet onredelijk of onbillijk. Dat de directeur de
degradatiebeslissing niet had mogen nemen op grond van dit ene incident staat daar los van. Door klager naar aanleiding van de beslissing van de beklagcommissie weer in het plusregime te plaatsen is dat gecompenseerd.
Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. MJ. Stolwerk, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 19 mei 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven