Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4587/GA, 24 april 2015, beroep
Uitspraakdatum:24-04-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4587/GA

betreft: [klager] datum: 24 april 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 november 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 20 maart 2015, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de p.i. Vught.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft de verwijdering van de afdelingscomputers.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager gebruikte tot voor kort de afdelingscomputer voor diverse zaken. Die computer is verwijderd omdat deze volgens de directeur een beveiligingsrisico opleverde. Klager kan voor computergebruik naar de afdeling onderwijs, maar dat vindt hij niet
echt
gemakkelijk.

De directeur heeft in beroep haar tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Er is in de inrichting een reïntegratiecentrum (RIC) ingericht. Zowel gedetineerden met een ISD-maatregel als “reguliere” gedetineerden kunnen daar naar toe om (onder meer) gebruik te maken van computers. De computer die op klagers afdeling stond, was
bedoeld voor algemeen gebruik. De beveiliging daarvan was ernstig verouderd en de computers waren al op leeftijd. Al deze computers in de p.i. zijn daarom verwijderd. Er is, indien het strafproces dat vereist, de mogelijkheid dat het openbaar
ministerie
aan de betreffende gedetineerde een laptop verstrekt. Een en ander wordt dan steeds individueel beoordeeld. Door het weghalen van de computers wordt klager niet gehinderd in het indienen van klaagschriften.

3. De beoordeling
De beroepscommissie overweegt allereerst dat de beklagrechter – ook gelet op de reactie van de directeur in beklag en beroep – klager op goede gronden ontvankelijk geacht heeft in zijn beklag.
Vast is komen te staan dat de afdelingscomputer van klagers verblijfsafdeling op enig moment in september 2014 is verwijderd en dat daar toen geen vervangende computer is geplaatst. De beroepscommissie acht voldoende aannemelijk dat klager thans
gebruik
kan maken van een computer op de afdeling onderwijs en/of dat er mogelijkheden zijn voor computergebruik bij het RIC. Gelet daarop is klager niet zodanig in zijn belangen geschaad dat dit een gegrondverklaring van zijn beklag zou kunnen rechtvaardigen.
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan daarom – voor zover een en ander is komen vast te staan – niet leiden tot een andere uitspraak dan die van de beklagrechter. Het beroep is daarom ongegrond en de bestreden uitspraak zal worden bevestigd met
aanvulling
van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.J. Stolwerk, voorzitter, dr. H.G. van de Bunt en dr. A.M. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 24 april 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven