nummer: 14/4660/GA
betreft: [klager] datum: 10 april 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 21 november 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Leeuwarden in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet of te laat ontvangen van de krant.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Zowel klager als de directeur heeft in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
3. De beoordeling
Op grond van artikel 36, eerste lid van de Pbw hebben gedetineerden het recht brieven en stukken per post te verzenden en te ontvangen. Gedetineerden kunnen zich abonneren op een krant en de directeur is verantwoordelijk voor het tijdig uitreiken van
de
krant. Klachten over het niet of te laat ontvangen van de krant zijn derhalve ontvankelijk. De uitspraak van de beklagcommissie zal worden vernietigd en klager zal alsnog ontvankelijk worden verklaard in zijn beklag.
Klager heeft een lijst opgesteld van data waarop hij de krant niet of te laat heeft ontvangen. Door de directeur is deze lijst niet bestreden. Het beklag zal gegrond worden verklaard. Aan klager zal een tegemoetkoming worden toegekend van € 20,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart dit beklag gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 20,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 10 april 2015
secretaris voorzitter