Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4580/GA, 3 april 2015, schorsing
Uitspraakdatum:03-04-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/4580/GA

betreft: [klager] datum: 3 april 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 3 december 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Almere, betreffende de weigering aan klager extra brood te verstrekken,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

De beroepscommissie heeft de directeur van de p.i. Almere in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De beoordeling
Klager heeft aangegeven het beroep mondeling te willen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek, dat onvoldoende is onderbouwd, af nu de noodzaak van een mondelinge toelichting niet is gebleken. Zij acht zich op basis van de stukken voldoende
ingelicht om op het beroep te beslissen.

De verstrekking van een bepaalde hoeveelheid brood is landelijk vastgesteld en geldt voor alle inrichtingen. Op verzoek kan echter wel extra brood aan een gedetineerde worden verstrekt. Klager stelt dat hij niet genoeg geld heeft om brood te kopen,
elke
dag met honger gaat slapen, en daarmede een gemotiveerd verzoek heeft gedaan om extra brood verstrekt te krijgen. Niet aannemelijk is geworden dat de afwijzing van het verzoek is gegrond op een belangenafweging die deze beslissing zou kunnen dragen.
Het
beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen.

2. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij kent aan klager een tegemoetkoming toe van € 5,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 3 april 2015

secretaris voorzitter

Naar boven