nummer: 14/3682/GA
betreft: [klager] datum: 23 maart 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
de directeur van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard,
gericht tegen een uitspraak van 15 september 2015 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Zuyder Bos, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 24 februari 2015, gehouden in de locatie Zuyder Bos, is [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van voormelde locatie, gehoord.
Hoewel klager, die zich inmiddels in vrijheid bevindt, op behoorlijke wijze was opgeroepen, is hij niet ter zitting verschenen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het weigeren van het door klager opgegeven verlofadres in verband met klagers aanmelding voor deelname aan een penitentiair programma (p.p.).
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het is geen beslissing van de directeur om een verzoek om deelname aan een p.p. af te wijzen. Dat is een exclusieve bevoegdheid van de selectiefunctionaris. De directeur kan klager aanbieden bij de selectiefunctionaris voor deelname, maar in dat geval
is een advies nodig van de reclassering. De reclassering kon niet positief adviseren in verband met de weigering van klagers moeder haar woning beschikbaar te stellen als verlofadres. Om klager tegemoet te komen, is hij aangeboden voor een basis
penitentiair programma. De selectiefunctionaris heeft dit verzoek afgewezen. Aan klager is meerdere malen verzocht een ander verlofadres op te geven. Dit heeft hij niet willen doen. Klager is een en ander meermalen uitgelegd, maar hij reageerde hier
enkel verbaal agressief op. Door niet mee te werken aan een alternatief verlofadres, is hij zelf de oorzaak van de belemmering in zijn fasering.
3. De beoordeling
Beslissingen over deelname aan een p.p. zijn voorbehouden aan de selectiefunctionaris. In het kader van de voorbereiding stelt de directeur een advies op waarbij ook wordt gekeken naar de voorwaarden die gelden voor deelname aan een p.p. De directeur
adviseert vervolgens de selectiefunctionaris. Indien en voor zover klager zich niet kan verenigen met een dergelijk (selectie)advies en de daarop genomen beslissing, kan hij een bezwaarschrift indienen tegen de beslissing van de selectiefunctionaris en
– indien de selectiefunctionaris negatief op dat bezwaarschrift beslist – beroep instellen bij de Raad. In het kader van die rechtsgang kan hij zijn bezwaren tegen de inhoud van het advies van de directeur naar voren brengen en deze zullen bij de
beoordeling van het bezwaar- respectievelijk beroepschrift worden meegewogen. In het kader van de thans aan de orde zijnde procedure had klager, nu het hier geen beslissing van de directeur betreft als bedoeld in artikel 60, eerste of tweede lid, van
de
Pbw, niet kunnen worden ontvangen in zijn beklag. De uitspraak van de beklagrechter kan daarom niet in stand blijven en klager dient alsnog niet-ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. L.M. Moerings en dr. A.M. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 maart 2015.
secretaris voorzitter