Nummer: 15/59/GB
Betreft: [klager] datum: 26 maart 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.J. van der Woude, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 5 januari 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis Ter Apel ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 4 september 2014 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring De Weg te Amsterdam. Bij beslissing van 11 november 2014 is hij geselecteerd voor de gevangenis Ter Apel, waar hij op 17 november 2014 geplaatst is.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
In de beslissing is overwogen dat de selectiefunctionaris slechts één keuze voor plaatsing heeft, zodat hem daarbij geen beleidsvrijheid zou toekomen. Voor zover hij dat wel heeft blijkt uit de bestreden beslissing niet welke beslissingscriteria hij
daarbij in aanmerking genomen heeft en waarom klager niet anders behandeld zou moeten worden dan andere gedetineerden met familie. Klagers minderjarige zoon is onder toezicht gesteld en uit huis geplaatst en heeft geen contact meer met zijn moeder.
Feitelijk is hij niet langer in staat zijn vader te bezoeken.
In een nadere reactie van 17 februari 2015 heeft de raadsman nogmaals het belang van de mogelijkheid tot contact tussen klager en zijn in een gezinshuis in Zaandam geplaatste zoon benadrukt. Hierbij heeft hij brieven van de zoon en de stiefdochter van
klager overgelegd, alsmede de beschikking van de rechtbank Amsterdam tot verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van klagers zoon.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij de plaatsing in een inrichting voor de bijzondere opvang van veroordeelde strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen is er slechts één keuze, namelijk de p.i. Ter Apel. De uitvoering van het beleid om voor genoemde categorie gedetineerden een
speciale locatie aan te wijzen, weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand van bezoek.
In de p.i. Ter Apel verblijven meerdere gedetineerden bij wie het bezoek moeilijk kan komen. Om die gedetineerden enigszins tegemoet te komen bestaat er de mogelijkheid om contact met familie te laten plaatsvinden door beeldtelefoon (Skype).
4. De beoordeling
4.1. Klager is ongewenst vreemdeling en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 maanden.
4.2. De gevangenis Ter Apel is onder meer een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid onder a van de regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden, met een regime van
algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.3. Op grond van het eerste lid van artikel 20b van de Regeling worden in de inrichtingen of afdelingen voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen geplaatst diegenen die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland in de zin van artikel 8 van
de Vreemdelingenwet 2000 en ten aanzien van wie voorlopige hechtenis ingevolge een bevel van gevangenneming of gevangenhouding, een vrijheidsstraf of een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders ten uitvoer wordt gelegd.
4.4. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden, mede vervat in de nadere reactie van 17 februari 2015, is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen, te meer nu gebleken is dat klagers zoon is ondergebracht in een
jeugdinstelling en dat de instelling naast wekelijks skypecontact voor vervoer zal zorgdragen zodat klagers zoon tijdens schoolvakanties bij klager op bezoek kan komen.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 26 maart 2015.
secretaris voorzitter