nummer: 14/3992/GA
betreft: [klager] datum: 6 maart 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J. de Vries, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 16 oktober 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij het Pieter Baan Centrum (PBC) te Utrecht, voor zover daartegen beroep is ingesteld en voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van het PBC in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring op formele gronden van klagers beklag betreffende een disciplinaire straf van opsluiting in een strafcel van 20 juli 2014 om 12.30 uur tot 21 juli 2014 om 08.00 uur en
een ordemaatregel van plaatsing in afzondering in een afzonderingscel van 21 juli 2014 om 08.00 uur tot 28 juli 2014 om 08.00 uur, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is aangevoerd dat er ten onrechte geen tegemoetkoming is toegekend.
De directeur heeft zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming niet kenbaar gemaakt.
3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich verenigen met het oordeel van de beklagrechter geen tegemoetkoming toe te kennen. Weliswaar heeft de directeur procedureel onzorgvuldig gehandeld, maar nu onweersproken vaststaat dat klager een aantal Rijkseigendommen heeft
vernield, terwijl de aangebrachte schade kennelijk niet is vergoed, bestaat er geen aanleiding een tegemoetkoming toe te kennen. De uitspraak van de beklagrechter zal worden bevestigd.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. C.M. van der Bas en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S. Blankenspoor, secretaris, op 6 maart 2015
secretaris voorzitter