Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4312/TA en 14/4313/TA, 5 maart 2015, beroep
Uitspraakdatum:05-03-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4300/GB

Betreft: [klager] datum: 5 maart 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door M.J.M. van Beckhoven (LLB, LLM) , namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 november 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 18 september 2013 gedetineerd. Hij verblijft sedert 18 augustus 2014 in de penitentiaire inrichting Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep -zakelijk weergegeven- als volgt toegelicht.
Het is onbegrijpelijk en onjuist om te spreken van een eerdere onttrekking tijdens een verlof, nu hiervan in het onderhavige geval geen sprake is. Na zijn veroordeling is namens klager contact opgenomen met het Openbaar Ministerie om zich vrijwillig te
melden voor het uitzitten van zijn straf, Hij heeft zich niet gemeld en heeft daarbij tegen beter weten in een onjuiste afweging gemaakt. Hij is later aangehouden voor de tenuitvoerlegging van zijn straf. Het zich niet vrijwillig melden voor de
tenuitvoerlegging van een straf is niet gelijk te stellen aan een onttrekking tijdens verlof. Voor zover beoogd wordt dat het zich niet vrijwillig melden maakt dat er geen sprake is van een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico is dit onvoldoende
gemotiveerd. Ook is niet gemotiveerd waarom afgeweken wordt van het positieve advies van de politie.
Klager voldoet aan de vereisten voor plaatsing in een b.b.i. Hij heeft zich gedurende de voorlopige hechtenis aan alle schorsingsvoorwaarden gehouden. En aan alle oproepen gehoor gegeven.
Alleen aan de laatste oproep zich vrijwillig te melden heeft hij tegen beter weten in geen gehoor gegeven. Na zijn aanhouding op 24 juli 2014 heeft hij alle medewerking verleend.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 18 juni 2014 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden onvoorwaardelijk. Hij heeft zich na deze veroordeling onttrokken aan de tenuitvoerlegging van deze straf. Hij heeft voorafgaand aan de tenuitvoerlegging schorsing van de
preventieve hechtenis gehad. Echter hij heeft zich niet gemeld voor de tenuitvoerlegging. Er is sprake van het niet nakomen van afspraken en daarmee van onvoldoende vertrouwen dat klager de afspraken die horen bij een verlof zal nakomen.
Ook het Openbaar Ministerie heeft aangegeven het nog niet verantwoord te achten klager nu al met verlof te laten gaan.

4. De beoordeling
4.1. Namens klager is verzocht te worden gehoord. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst het verzoek van klager zijn beroep mondeling toe te lichten af.

4.2. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kunnen in een beperkt beveiligde inrichting gedetineerden worden geplaatst die een beperkt vlucht- en maatschappelijk risico vormen, een strafrestant
hebben van maximaal achttien maanden, beschikken over een aanvaardbaar verlofadres en die zijn gepromoveerd (wijziging van de Regeling met ingang van 1 maart 2014, Stcrt. 2014, nr. 4617).

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, in aanmerking genomen het negatieve advies van de inrichting en de bezwaren van het Openbaar Ministerie, bij afweging van alle in aanmerking komende
belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol,
voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 5 maart 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven