Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 15/0051/GB, 21 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:21-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/51/GB

Betreft: [klager] datum: 21 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.W.A.P. Doesburg, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 8 januari 2015 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 23 januari 2015 te melden in de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 26 september 2014 is klager opgeroepen zich op 24 oktober 2014 te melden in de p.i. Dordrecht voor het ondergaan van 832 dagen gevangenisstraf. In haar uitspraak van 22 oktober 2014 (14/3837/GB) heeft de beroepscommissie het beroep tegen de
ongegrondverklaring van klagers bezwaar tegen de zelfmelddatum gegrond verklaard en de selectiefunctionaris opgedragen een nieuwe beslissing te nemen. Op 22 oktober 2014 heeft de selectiefunctionaris besloten klager uitstel te verlenen tot 23 januari
2015. Op 5 januari 2015 heeft klager hiertegen bezwaar aangetekend en andermaal verzocht om uitstel. Op 8 januari 2015 heeft de selectiefunctionaris vanwege de bijzondere omstandigheden het bezwaarschrift ondanks de termijnoverschrijding toch in
behandeling genomen en het bezwaar ongegrond verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. De vader van klager heeft in de voorbije drie maanden twee hersenbloedingen gehad. Documentatie hierover ontbreekt echter. De nier van klagers partner wordt door haar lichaam nog steeds
afgestoten. De behandeling richt zich nu op de B-cellen. Dit traject zal voor klagers partner maar ook voor haar gezin zeer zwaar zijn. De inzet van klager is essentieel om ernstige familieproblematiek te voorkomen. Geld voor thuishulp ontbreekt nog
altijd, zodat op die wijze niet in de nodige hulp kan worden voorzien. Uit de brief van 31 december 2014 van het LUMC blijkt dat de komende maanden veelvuldig opnames en frequente controles op de polikliniek nodig zijn en dat in deze emotionele periode
klager een zeer belangrijke ondersteunende rol binnen het gezin vormt. Deze arts meent dat klagers fysieke aanwezigheid essentieel is, met name voor het motiveren van klager om therapietrouw te blijven en voor de zorg van de kinderen. Het eerder
verleend uitstel was verleend om klager zijn familie te laten ondersteunen, niet om te gaan werken zodat thuishulp tijdens detentie kan worden betaald. De ondersteuning door klager is fulltime benodigd. Tijd om te gaan werken heeft klager niet. De zus
van klager is inmiddels bevallen van een kind. Zij kan niet de zorg bieden die de familie van klager en dan met name zijn partner momenteel nodig heeft. De mentale en emotionele ondersteuning kan niet door een ander dan klager geboden worden. Thans is
er sprake van een verslechtering. In lijn met de vorige uitspraak van de beroepscommissie zou opnieuw uitstel voor de duur van drie maanden moeten worden verleend. Klager is op 30 augustus 2011 uit zijn voorlopige hechtenis geschorst, zodat er geen
belang is om zo spoedig mogelijk over te gaan tot executie van de opgelegde gevangenisstraf.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. In vervolg op de uitspraak van de beroepscommissie van 22 oktober 2014 (14/3837/GB) is aan klager uitstel verleend. Er kan geen sprake zijn van langer uitstel. Klager
heeft de afgelopen periode kunnen gebruiken om maatregelen te treffen om te borgen dat ook tijdens zijn detentie de familie van klager verzorgd kan worden. Door klager zijn geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat actie is ondernomen om deze
maatregelen te treffen. Daarmee is onvoldoende komen vast te staan wat de reden is dat derden de rol van klager niet kunnen overnemen. Gelet op de strafduur en de thuissituatie van klager zal hulp van buitenaf mogelijk zijn, bijvoorbeeld in de vorm van
professionele hulpinstanties of gemeentelijke voorzieningen. Daarbij kan klager wellicht een beroep doen op zijn omgeving voor ondersteuning.

4. De beoordeling
4.1 De p.i. Dordrecht is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.

4.3. In haar uitspraak van 22 oktober 2014 (14/3837/GB) heeft de beroepscommissie een eerder beroep van klager gegrond verklaard en daarbij het volgende overwogen:
“(...)De beroepscommissie is van oordeel dat gezien de stapeling van problemen in klagers thuissituatie er voldoende aanleiding is om klager thans uitstel te verlenen voor het ondergaan van de aan hem opgelegde vrijheidsstraf. Gelet op de medisch
slechte conditie van klagers vrouw, zoon en vader, waar klager degene is die hen zorg biedt, dient gezien deze bijzondere omstandigheid thans het belang van klager om zijn familie te ondersteunen te prevaleren boven het ten uitvoerleggen van de aan hem
opgelegde vrijheidsstraf. Het is niet redelijk te veronderstellen dat klager na de aan hem opgelegde vrijheidsstraf meteen over een mogelijke oplossing omtrent zijn thuissituatie diende na te denken, ook omdat klager niet kon weten wanneer na het
onherroepelijk geworden vonnis hij een oproep tot melden zou ontvangen en een deel van de door klager aangevoerde problemen omtrent zijn thuissituatie zich pas heeft voorgedaan gedurende de periode na de aan klager opgelegde vrijheidsstraf. Overigens
past gezinsproblematiek binnen het geldende beleid waar het betreft het verlenen van uitstel inzake de tenuitvoerlegging van vonnissen. (...) De beroepscommissie is van oordeel dat klager tenminste uitstel moet krijgen voor het zich moeten melden om de
vrijheidsstraf te ondergaan voor een periode van drie maanden vanaf de datum van deze uitspraak. Na het verstrijken van deze periode kan de selectiefunctionaris bezien of verder uitstel aangewezen is (...)”.

Uit de stukken begrijpt de beroepscommissie dat de thuissituatie sindsdien niet is verbeterd. Door klager is een brief van de internist-nefroloog van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) van 31 december 2014 overgelegd waarin over de partner
van klager het volgende wordt gesteld:
“ (..) In deze emotionele periode speelt de partner van mijn patiënte , [klager], een zeer belangrijke ondersteunende rol binnen het gezin. In mijn mening is zijn fysieke aanwezigheid essentieel, met name voor het motiveren van de patiënte om
therapietrouw te blijven en voor de zorg van de kinderen. Het zou de komende maanden uiterst inopportuun zijn als deze ondersteuning wegvalt (...)”.
In de brief van de medisch specialist wordt gezinspeeld op een therapie van enkele maanden. De beroepscommissie is derhalve van oordeel dat klager andermaal uitstel moet worden verleend voor een periode van drie maanden. Gelet hierop moet de op de
onder
3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris bij afweging van alle in aanmerking komende belangen als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Derhalve zal het beroep gegrond worden verklaard en de bestreden beslissing
worden
vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming aan klager.

De beroepscommissie merkt nog op dat uit de stukken onvoldoende is gebleken welke pogingen klager heeft ondernomen om – al dan niet door tussenkomst van de huisarts en met gebruikmaking van eventuele financiële compensatieregelingen - professionele
hulp
in te schakelen bij bijvoorbeeld de gemeente (WMO) of thuiszorgaanbieders. De noodzaak van tenuitvoerlegging staat voorop en neemt toe naarmate deze telkens wordt uitgesteld. Hierbij is tevens van belang de lange duur van de gevangenisstraf die klager
dient te ondergaan. Aan het verlenen van uitstel kan klager dus niet de verwachting ontlenen dat hem later wederom uitstel zal worden verleend. Het verleende uitstel dient er tevens op gericht te zijn dat na deze termijn geen verder uitstel meer nodig
is.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing.
Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.
Zij kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. L.M. Moerings, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 21 januari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven