Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 02/0446/GA, 4 oktober 2002, beroep
Uitspraakdatum:04-10-2002

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Dagprogramma  v

Uitspraak

nummer: 02/446/GA

betreft: [klager] datum: 4 oktober 2002

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennis genomen van een op 14 februari 2002 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van het huis van bewaring (h.v.b.) Scheveningen te Den Haag,

gericht tegen een uitspraak d.d. 15 januari 2002 van de beklagcommissie bij voormeld h.v.b., gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 mei 2002, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam te Amsterdam, is de heer [...], unit-directeur van het h.v.b. Scheveningen, gehoord. Schriftelijk en telefonisch zijn daarnaover de bestemmingsaanwijzing van de inrichting nog inlichtingen ingewonnen bij voormelde unit-directeur.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de maatregel van plaatsing in een individueel regime voor de duur van veertien dagen in verband met de orde en veiligheid.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De unit-directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De maatregel is niet als onredelijk of onbillijk aan te merken. Het rapport is op correcte wijze afgehandeld. Klager is door medegedetineerden en het personeel aangesproken op zijn gedrag. Klager is vóór het opleggen van demaatregel gehoord. Hierbij is hem ook medegedeeld dat medegedetineerden van plan waren om hem tijdens werkzaamheden in de keuken neer te steken.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
De penitentiaire inrichting waar klager ten tijde van de bestreden beslissing verbleef, het h.v.b. Scheveningen, was bij, inmiddels ingetrokken, ministeriële beschikking van 25 oktober 2001 aangewezen als h.v.b. voor mannen met eenstandaardregime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Aangezien het h.v.b. geen aanwijzing heeft gekregen tot inrichting met een individueel regime, is de beslissing van de directeur tot plaatsing van klager ineen individueel regime in strijd met de wet.
De beroepscommissie zal, gelet op het vorenstaande, de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen, zij het met wijziging van de gronden.
Zij zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 100,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met wijziging van de gronden.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 100,=.

Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. H.B. Greven en mr. J. Lamens, leden, in tegenwoordigheid van mr. S. Jousma, secretaris, op 4 oktober 2002.

secretaris voorzitter

Naar boven