Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4252/GB, 10 februari 2015, beroep
Uitspraakdatum:10-02-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4252/GB

Betreft: [klager] datum: 10 februari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. D.M. Penn, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 november 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de penitentiaire inrichting (p.i.) Vught afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 5 september 2006 gedetineerd. Hij verbleef in locatie Esserheem te Veenhuizen. Op 23 september 2013 is hij overgeplaatst naar de p.i. Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Het fundamenteel recht op family life wordt op ontoelaatbare wijze ingeperkt. Deze inperking is niet nodig of noodzakelijk. Op grond van artikel 20b van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (hierna: de Regeling) is het
mogelijk
dat klager zijn detentie in een andere inrichting doorbrengt dan in een inrichting met een VRIS-status. Klagers familie woont vlak over de grens in Duitsland. Van daaruit is het veel makkelijker om de p.i. Vught te bereiken.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Bij de plaatsing in een inrichting voor de bijzondere opvang van veroordeelde strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen is er slechts één keuze, namelijk de p.i. Ter Apel. De uitvoering van het beleid om voor genoemde categorie gedetineerden een
speciale locatie aan te wijzen, weegt zwaarder dan eventuele problemen ten aanzien van de reisafstand van bezoek. In de p.i. Ter Apel verblijven meerdere gedetineerden bij wie het bezoek moeilijk kan komen. Om die gedetineerden enigszins tegemoet te
komen bestaat er de mogelijkheid om contact met familie te laten plaatsvinden door beeldtelefoon. Er is geen sprake van schending van artikel 8 van het EVRM.

4. De beoordeling
4.1. Klager is ongewenst vreemdeling en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Klager behoort tot de categorie strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen. Ingevolge artikel 20b van de Regeling worden vreemdelingen die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf geen rechtmatig verblijf meer hebben in Nederland in beginsel geplaatst in een inrichting voor strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen. Klager kan door middel van beeldtelefoon contact houden met familie. Er is niet van bijzondere omstandigheden gebleken die een uitplaatsing uit de p.i. Ter Apel noodzakelijk maken. Hetgeen namens klager is aangevoerd over de
bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Bovendien blijkt uit het selectieadvies van 5 november 2014 dat klager niet verstoken blijft van bezoek (uit Duitsland). De beroepscommissie beslist dan ook als
volgt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 10 februari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven