Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3879/GB, 5 februari 2015, beroep
Uitspraakdatum:05-02-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/3879/GB

Betreft: [klager] datum: 5 februari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 10 oktober 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 29 januari 2014 gedetineerd. Hij verblijft in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC) van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, waar een individueel regime geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager wil graag overgeplaatst worden naar een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap en vraagt zich af wat hij kan doen zodat zijn verzoek wordt gehonoreerd.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De gedragsdeskundige van de p.i. Vught heeft aangegeven dat klager snel terugvalt in problemen wanneer hij minder structuur en begeleiding krijgt dan dat nu geboden wordt. Daarnaast heeft hij een probleem met middelengebruik en zal gebruik van middelen
opnieuw leiden tot ontregeling van het psychiatrisch toestandsbeeld dat thans stabiel is. De kans dat klager in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap in aanraking komt met drugs is groter dan binnen het PPC. Klager heeft aangegeven
nergens problemen mee te hebben, maar dat zijn omgeving vaak last van hem heeft. Hiermee laat hij zien niet te beschikken over ziektebesef of inzicht. Om die reden is het ook belangrijk dat hem actief medicatie aangeboden blijft worden. Het innemen van
medicatie wil klager zo dan nu en dan stopzetten. Een motiverend gesprek om zijn depot te accepteren is regelmatig nodig. De kans dat klager stopt met innemen van medicatie is groter binnen een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap omdat
daar minder begeleiding is. Indien zal blijken dat klager vooruitgang boekt en minder begeleiding en structuur nodig heeft, ziet de selectiefunctionaris graag een nieuw verzoek tot overplaatsing tegemoet.

4. De beoordeling
4.1. Het PPC van de p.i. Vught is een inrichting voor mannen met een individueel regime en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Een (al dan niet onherroepelijk) tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. In het individueel
regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van
beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven. De selectiefunctionaris heeft de omtrent klagers persoonlijkheid en gedrag verstrekte gegevens in redelijkheid kunnen aanmerken als een contra-indicatie in bovenbedoelde zin. Derhalve is de
beslissing klager vooralsnog niet te plaatsen in een inrichting met een regime van beperkte gemeenschap niet als onredelijk of onbillijk aan te merken.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 5 februari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven