Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/0148/SGA, 23 januari 2014, schorsing
Uitspraakdatum:23-01-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer : 14/148/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 23 januari 2014

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van

[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Leeuwarden.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van – zo verstaat de voorzitter – 12 januari 2015, inhoudende de
voortduring van de aan verzoeker eerder opgelegde toezichtmaatregelen in het kader van zijn plaats en status op de lijst van gedetineerden met een vlucht- / maatschappelijk risico (GVM-lijst).

De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 19 januari 2015 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 21 en 23 januari 2015. Klagers raadsman, mr. S.G.H. van de Kamp, is in de gelegenheid gesteld het verzoek
schriftelijk nader toe te lichten. De raadsman heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij niet zou zijn gehoord alvorens tot de voortduring van onderhavige toezichtmaatregelen zou zijn beslist. Uit de
inlichtingen van de directeur komt naar voren dat verzoeker pas op 21 januari 2015, en dus geruime tijd nadat de thans bestreden beslissing is genomen, door de directeur is gehoord. Gelet daarop kon er geen sprake zijn van een behoorlijke
belangenafweging. Het verzoek zal daarom worden toegewezen en de tenuitvoerlegging van onderhavige maatregelen zal worden geschorst tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende klaagschrift zal hebben beslist.

2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van onderhavige toezichtmaatregelen met onmiddellijke ingang tot het moment dat de beklagcommissie op het onderliggende klaagschrift zal hebben beslist.

Aldus gedaan door mr. A.G. Coumans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 23 januari 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven