Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3655/TA, 18 februari 2015, beroep
Uitspraakdatum:18-02-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3655/TA

betreft: [klager] datum: 29 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift ingediend door mr. A.L. Louwerse namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 29 september 2014 van de beklagcommissie bij FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 december 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. A.L. Louwerse en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Klagers raadsvrouw heeft meegedeeld dat klager niet ter zitting zal verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de interne overplaatsing van klager naar Isis 1.

De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in het beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Hoewel Isis 1 door de Minister niet is aangewezen als intensieve zorgafdeling betreft dit in feite wel een intensieve zorgafdeling. Het regime op deze afdeling komt neer op het regime gehanteerd op een door het Minister aangewezen intensieve
zorgafdeling. Verwezen wordt naar de uitspraak van de beroepscommissie van 1 december 2010 kenmerk 10/2094/TA. Op Isis 1 wordt klager behandeling onthouden en er is geen sprake van mogelijkheden tot verlof. Er wordt klager slechts sociotherapie geboden
waardoor hij in zijn behandeling niet vooruitkomt. Door klager over te plaatsen is er sprake van een vermeende schending van het recht op behandeling. Klager dient alsnog te worden ontvangen in zijn beklag.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Isis 1 is geen afdeling voor bijzondere zorg als bedoeld in artikel 32 van de Bvt.
Er is sprake van een interne overplaatsing waartegen ingevolge artikel 56 of 57 van de Bvt geen beklag mogelijk is. Klager is derhalve terecht niet-ontvankelijk verklaard. Overigens gaat het beter met klager op Isis 1 in verband met de structuur van de
afdeling. Er worden hem blokken geboden en volgens het laatste behandelplan heeft hij zelfs uitzicht op verlof.

3. De beoordeling
Klager is intern overgeplaatst naar de afdeling Isis 1 die niet is aangewezen als afdeling voor intensieve zorg in de zin van artikel 32 van de Bvt.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard omdat tegen een dergelijke interne overplaatsing geen beklag openstaat.
In beroep is aangevoerd dat klager ten onrechte niet-ontvankelijk in het beklag is verklaard omdat de interne overplaatsing naar Isis 1 een vermeende schending van het recht op behandeling zou betreffen. Een klacht tegen overplaatsing naar een andere
afdeling is ontvankelijk als die overplaatsing meebrengt dat sprake is van het niet betrachten van een in de wet neergelegde zorgplicht met betrekking tot de behandeling. Daarvan is hier geen sprake. Aan klager wordt op Isis I immers meer structuur
geboden dan op een gewone afdeling. Daarnaast worden hem volgens het hoofd van de inrichting blokken geboden en heeft hij zelfs uitzicht op verlof. Ook op Isis I wordt klager dus behandeld. Klagers stelling dat zijn recht op behandeling door de
overplaatsing naar Isis I is geschonden is dus niet juist. De beroepscommissie zal derhalve het beroep ongegrond verklaren en de uitspraak van de beklagcommissie bevestigen met aanvulling van de gronden.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met aanvulling van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 januari 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven