Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4233/GB, 12 februari 2015, beroep
Uitspraakdatum:12-02-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4233/GB

Betreft: [klager] datum: 12 februari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.J. Ausma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 6 november 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Zoetermeer ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 8 juli 2014 gedetineerd. Op 11 juli 2014 is klager geplaatst in de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem. Vervolgens is hij op 5 september 2014 overgeplaatst naar de p.i. Alphen aan den Rijn, na een indicatie van het psychisch
medisch overleg (p.m.o.) tot plaatsing in de regio Utrecht. Op 19 september 2014 is klager overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer, op verzoek van de officier van justitie wegens onderzoeksbelang.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is onzorgvuldig genomen. De officier van justitie achtte de detentie van klager in de p.i. Alphen aan den Rijn onwenselijk, vanwege een onderzoeksbelang dat om veiligheidsredenen niet kan worden prijsgegeven. Klager ervaart het
als hoogst onplezierig om telkenmale zonder opgaaf te worden overgeplaatst. Er wordt op geen enkele wijze rekening gehouden met zijn persoonlijke belangen. Dit blijkt ook uit de bestreden beslissing. De selectiefunctionaris begrijpt slechts dat het
‘vervelend’ is voor klager. Klager kampt met psychische klachten. Hiervoor wordt verwezen naar het selectieadvies. Deze klachten kunnen voortduren, nu klager langer verblijft op een grote afstand van zijn sociale steunnetwerk. Het p.m.o. adviseerde
klager in de buurt van Utrecht te plaatsen in verband met zijn psychische klachten. Hiermee is onvoldoende rekening gehouden. Klager wil zijn beroep mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het klopt dat klager tweemaal in korte tijd is overgeplaatst en zeker niet conform zijn voorkeur. Kort nadat klager in de p.i. Alphen aan den Rijn was geplaatst, is klager op verzoek van de officier van justitie weer overgeplaatst en dit keer naar de
locatie Zoetermeer. Dit in het kader van het onderzoeksbelang. Het lijkt evident dat klager dit niet als prettig heeft ervaren, vooral omdat klager graag in de p.i. Nieuwegein geplaatst wilde worden. Het komt vaker voor dat door het openbaar ministerie
om overplaatsing wordt verzocht wegens onderzoeksredenen. Uit de stukken blijkt overigens niet wat de oorzaak is van de psychische klachten. Gelet op de aangeleverde bezoekerslijst blijkt dat klager regelmatig bezoek ontvangen. Het gebrek aan bezoek
zal
nauwelijks de oorzaak zijn.

4. De beoordeling
4.1. Namens klager is aangegeven het beroep mondeling te willen toelichten. De beroepscommissie wijst dit verzoek af, nu enige onderbouwing daarvoor ontbreekt. De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen.

4.2. Uit de selectieadviezen van 17 september 2014 en 23 september 2014 blijkt dat het p.m.o. van de p.i. Haarlem adviseert klager in de regio Utrecht te plaatsen. De beroepscommissie stelt vast dat klager op 19 september 2014 op verzoek van de
officier van justitie van de p.i. Alphen aan den Rijn is overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer. Het verzoek van de officier van justitie – dat is gedaan vanwege een onderzoeksbelang – is niet bijgevoegd aan het dossier. Tevens is voornoemd verzoek
niet toegelicht vanwege veiligheidsredenen. Gezien het vorenstaande is de bestreden beslissing onvoldoende gemotiveerd en deze dient derhalve te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met
inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven