Nummer : 14/4479/SGA
Betreft : [verzoeker] datum: 8 december 2014
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid, van de Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde inrichting van 1 december 2014, inhoudende de terugplaatsing van verzoeker vanuit
het plusprogramma naar het basisprogramma (degradatie).
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 2 december 2014 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 5 en 8 december 2014.
1. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend in strijd is met een wettelijk voorschrift dan wel zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de
(verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Uit de inlichtingen van de directeur wordt voldoende aannemelijk dat verzoeker binnen drie maanden twee keer is gesanctioneerd voor het gebruik
van
contrabande (softdrugs) binnen detentie. Dat (herhaald) gebruik is ‘rood’ gedrag als bedoeld in de bijlage van het beleidsprogramma “Dagprogramma, beveiliging en toezicht op maat” (DBT) en rechtvaardigt – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter –
de bestreden (degradatie)beslissing van de directeur. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.
2. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.
Aldus gedaan door mr. J.D. den Hartog, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 december 2014.
secretaris voorzitter