nummer: 14/3575/GA
betreft: [klager] datum: 22 januari 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 17 september 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Krimpen aan den IJssel,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 13 januari 2015, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, is gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.L. Sturkenboom.
De directeur van de p.i. Krimpen aan den IJssel heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen en verwezen naar het verweer van 29 mei 2014.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat de aanvraag voor familiebezoek in een afzonderlijke kamer is afgewezen.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Als eerste merkt klager op dat een lid van de beklagcommissie zich had moeten terugtrekken, omdat hij klager kende vanuit een jeugdinrichting en daarover aan het begin van de zitting opmerkingen maakte. Inhoudelijk is aangevoerd dat klager de eerste
drie maanden van zijn detentie familiebezoek mocht ontvangen in een afzonderlijke kamer. Op het moment van de aanvraag waren er omstandigheden om dergelijk familiebezoek toe te staan. Deze heeft klager in zijn aanvraag opgeschreven. Zo heeft klagers
partner, de moeder van zijn driejarig zoontje, een zelfmoordpoging gedaan. Dit is een omstandigheid die niet bespreekbaar is in tijdens regulier bezoek in een bezoekzaal. Klager heeft in zijn aanvraag goed gemotiveerd wat er toen speelde. Het verslag
van het multidisciplinair overleg (m.d.o.) is zeer summier. Klager heeft zijn aanvraag nooit terug gehad. Er had een kopie van de aanvraag in het penitentiair dossier bewaard moeten worden. Hiervoor wordt verwezen naar de artikelen 35 tot en met 37 van
de Pm.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Klager heeft een aanvraag voor familiebezoek in een afzonderlijke kamer gedaan. Dit verzoek is afgewezen met als motivering: “onvoldoende reden conform de huis- en leefregels.” De volgens klager schriftelijk en gemotiveerde aanvraag heeft de directeur
niet kunnen overleggen. Als gevolg daarvan kan de beroepscommissie niet beoordelen of de aanvraag – zoals de directeur heeft gesteld – onvoldoende redengevend was. Dit komt voor rekening en risico van de directeur, leidt tot een gegrondverklaring van
het beroep en daarmee ook van het beklag. Daar komt bij dat als de aanvraag was gemotiveerd zoals klager ter zitting heeft verklaard, de directeur deze aanvraag in het licht van artikel 3.8.1.3 van de huisregels van de p.i. Krimpen aan den IJssel in
redelijkheid niet zou hebben kunnen afwijzen. De beroepscommissie beslist dan ook als volgt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 10,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. M.M. van der Nat, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. J.D. den Hartog, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 22 januari 2015.
secretaris voorzitter