Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3437/TA, 12 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:12-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3437/TA

betreft: [klager] datum: 12 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Polderman, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 10 september 2014 van de beklagcommissie bij FPC De Pompestichting te Vught, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 5 december 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. R. Polderman. Het hoofd van de inrichting heeft schriftelijk laten weten verhinderd te
zijn ter zitting te verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft:
a. de verlenging van de maatregel van afzondering per 10 juni 2014;
b. de verlenging van de maatregel van afzondering per 8 juli 2014;
c. de verlenging van de maatregel van afzondering per 5 augustus 2014.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Klager verblijft sinds 9 juli 2013 op de afdeling intensieve zorg van de locatie Vught van de inrichting. Daarvoor heeft klager jarenlang
afwisselend in separatie dan wel afzondering verbleven. Klager meent dat er onvoldoende zwaarwegende gronden zijn tot verlenging van de maatregel over te gaan. De grenzen van de vereiste proportionaliteit zijn thans overschreden en de maatregelen zijn
in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het is dringend noodzakelijk dat gestart wordt met uitbreiding van klagers vrijheden om verdere beschadiging van zijn psychische gesteldheid te voorkomen. Er zijn al geruime tijd geen incidenten geweest die
een verdere afzondering rechtvaardigen.
Klager wil terug naar Curaçao. Hij heeft geen vertrouwen in het personeel en wil aangifte doen wegens machtsmisbruik en ernstige bedreiging door het personeel. Klager wordt ten onrechte als een psychopaat behandeld. Hij wil een onafhankelijk onderzoek
van zijn psychische problematiek door een eerlijke psycholoog. Klagers longstayaanvraag is afgewezen. Hij wordt overgeplaatst naar FPC Veldzicht.

Het hoofd van de inrichting heeft in de reactie op het beroep verwezen naar het bij de beklagcommissie gevoerde verweer.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in het bijzonder in aanmerking het incident op 27 mei 2014 waarbij
klager na een woordenwisseling een karatetrap heeft gegeven tegen de deur van de kamer van een medepatiënt en het incident op 28 juli 2014 waarbij klager kokend water in het gezicht van een medepatiënt heeft gegooid.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

Ten overvloede stelt de beroepscommissie vast dat thans een procedure loopt voor de overplaatsing van klager naar een andere inrichting, zodat voor klager uitzicht bestaat op beëindiging van zijn verblijf op de afdeling intensieve zorg in Vught.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.M. van Woensel, voorzitter, prof. dr. B.C.M. Raes en mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, leden, in tegenwoordigheid van mr. R. Kokee, secretaris, op 12 januari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven