Nummer: 14/4862/GB
Betreft: [klager] datum: 12 januari 2015
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. E.J.C. Asselbergs, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 29 december 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 15 januari 2015 te melden in de gevangenis van de locatie Sittard ongegrond verklaard.
2. De feiten
Op 12 december 2014 is klager opgeroepen zich op 15 januari 2015 te melden in de gevangenis van de locatie Sittard voor het ondergaan van 252 dagen gevangenisstraf. Op 15 december 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend dat op 29
december 2014 ongegrond is verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De bestreden beslissing is in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel genomen. Klager heeft in bezwaar aangegeven dat het op 15 september 2014 ingediende gratieverzoek niet van rechtswege tot opschorting van de opgelegde gevangenisstraf leidt. Ter
nadere
toelichting is verwezen naar de inhoud van het gratieverzoek. Uit navraag bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch is gebleken dat de selectiefunctionaris geen informatie heeft opgevraagd over de stand van zaken ten aanzien van het ingediende
gratieverzoek.
Klagers dochter ondergaat momenteel een gevangenisstraf in dezelfde strafzaak. Wanneer klager gelijktijdig met zijn dochter gedetineerd is, worden zakelijke en privébelangen geschaad. De selectiefunctionaris gaat hier aan voorbij in de bestreden
beslissing. Indien aan klager geen uitstel wordt verleend van zijn meldplicht zal hij het door hem geëxploiteerde restaurant moeten sluiten. Zijn vrouw draagt de zorg voor het kindje van hun dochter. Deze zorg zal groter worden als hun dochter op korte
termijn bevalt van nog een kindje. Klagers vrouw kan dan ook niet de zaken waarnemen in het restaurant. Hierdoor zullen acht mensen hun baan verliezen en zal klagers restaurant failliet worden verklaard. Dit kan worden voorkomen door aan klager uitstel
te verlenen.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Voorop staat dat de gevolgen van een vrijheidsstraf voor rekening en risico zijn van de veroordeelde. Om deze reden, en om de capaciteit binnen het gevangeniswezen zo efficiënt mogelijk te benutten, wordt slechts in uitzonderlijke omstandigheden
uitstel
verleend. Voorop staat de noodzaak tot tenuitvoerlegging. Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch en de Dienst Justis hebben bevestigd dat het ingediende gratieverzoek geen opschortende werking heeft. Het is niet mogelijk om te voldoen aan klagers verzoek om
gedurende zijn gevangenisstraf in de gevangenis van de locatie Ter Peel te Sevenum te verblijven, nu de locatie Ter Peel is aangewezen voor vrouwelijke zelfmelders. Wat door klager is verzocht past niet in het geldende beleid voor het verlenen van
uitstel van de tenuitvoerlegging van lopende vonnissen.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Sittard is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van beperkte gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Klager verzoekt om uitstel van de opgelegde gevangenisstraf van 252 dagen in verband met zakelijke en persoonlijke belangen en het door hem ingediende gratieverzoek. Klager heeft niet feitelijk onderbouwd dat het niet mogelijk is dat zijn vrouw
of iemand anders de zaken in het restaurant voor hem kan waarnemen en dat het restaurant moet sluiten als hij zich meldt op 15 januari 2015. Voorts staat naar het oordeel van de beroepscommissie gelet op hetgeen door de selectiefunctionaris is
aangevoerd voldoende vast dat het ingediende gratieverzoek geen opschortende werking heeft. Hetgeen klager heeft aangevoerd ten aanzien van zijn persoonlijke belangen past niet binnen het geldende beleid waar het betreft het verlenen van uitstel inzake
de tenuitvoerlegging van vonnissen. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan dan ook, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep
zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en mr. M.J. Stolwerk, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 12 januari 2015
secretaris voorzitter