Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3596/GA, 9 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:09-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3596/GA

betreft: [klager] datum: 9 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van [...], ingediend door mr. H.M.W. Daamen, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 15 september 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 19 december 2014, gehouden in de p.i. Vught, is klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.M.W. Daamen, en de plaatsvervangend vestigingsdirecteur bij de voormelde inrichting, [...], gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft, voor zover in beroep aan de orde, de afwijzing van klagers verzoek om een koelkast op cel te mogen hebben.

De beklagrechter heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. De directeur heeft ten onrechte geen belangenafweging gemaakt. Een koelkast is in de huisregels van de p.i. Vught
immers niet vermeld op de lijst van toegestane, maar ook niet op de lijst van verboden voorwerpen. Klager verwijst naar de uitspraak van de beroepscommissie van 15 oktober 2014, 14/2752/GA. Derhalve is ook geen sprake van een algemene in de inrichting
geldende regel en heeft de beklagrechter klager dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklag. Klager wil graag een koelkast op zijn cel, omdat hij lijdt aan jicht en hij graag onbeperkt een coolpack ter beschikking wil hebben. Hij
krijgt pijnstillers tegen zijn jicht, maar hiervan mag hij er maximaal drie per dag innemen. Hij krijgt een hoge bloeddruk van de pijnstillers en moet, als hij er drie per dag neemt, maagbeschermers slikken. Overdag kan klager een coolpack uit de
vriezer halen, maar ’s avonds kan dit niet. Hij heeft dit niet besproken met het personeel. Verder wil klager graag een eigen koelkast om zijn eten in te bewaren. Hij vindt het niet prettig om zijn eten in de op de afdeling aanwezige koelkast te
bewaren. Hij weet niet wat medegedetineerden met zijn eten doen. Ook kan hij in het weekend pas na negen uur ‘s morgens bij de algemene koelkast, waardoor hij pas laat kan ontbijten. Hij heeft daar last van. Klager is bereid zelf zorg te dragen voor de
financiering en de invoer van de koelkast. Volgens klager kan het netwerk geen reden vormen voor afwijzing van zijn verzoek. Een koffieapparaat verbruikt namelijk meer stroom.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het is gedetineerden niet toegestaan een koelkast op cel te hebben. Er is een koelkast voor algemeen gebruik op de afdeling.
Gedetineerden kunnen tussen 20.30 uur en 7.30 uur niet beschikken over gekoelde spullen. Indien echter medische redenen bestaan, is dit wel mogelijk. De (medische) reden waarom klager heeft verzocht om een koelkast op cel, was bij de directeur niet
bekend. Klager heeft de medische dienst en ook het afdelingshoofd hier niet over geïnformeerd. De directeur denkt dat het een kleine moeite voor het personeel is om ’s avonds de coolpack voor klager uit de algemene koelkast te halen en aan hem te
geven.
Verder is het netwerk maar geschikt voor een bepaalde capaciteit.

3. De beoordeling
Een koelkast staat niet vermeld op de in artikel 4.5.1.1 van de huisregels opgenomen lijst van verboden voorwerpen en evenmin op de in artikel 4.5.1.2 van de huisregels opgenomen lijst van toegestane voorwerpen. Mitsdien is er geen algemene regel
waarbij het op cel hebben van een koelkast verboden is. Klager klaagt dan ook niet over (de uitvoering van) een algemene regel, maar over een hem betreffende door of namens de directeur genomen beslissing als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de
Pbw. De beroepscommissie zal het beroep dan ook gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagrechter vernietigen en klager alsnog in zijn beklag ontvankelijk verklaren.

In een geval als het onderhavige dient de directeur voorafgaande aan zijn beslissing een gemotiveerde en kenbare afweging te maken tussen enerzijds het belang van klager bij een koelkast op cel en anderzijds de belangen als vermeld in artikel 45,
eerste
en tweede lid, van de Pbw. In dit geval is niet gebleken van een dergelijke belangenafweging en daarmee is de beslissing onvoldoende gemotiveerd. De beroepscommissie zal het beklag derhalve gegrond verklaren. Voorts zal zij de beslissing waarover is
geklaagd vernietigen en de directeur opdragen met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen binnen een termijn van twee weken na ontvangst van deze uitspraak.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagrechter in zoverre, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag en verklaart het beklag gegrond. Zij vernietigt de beslissing waarover is geklaagd en draagt
de directeur op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. A.T. Bol en dr. H. G. van de Bunt, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 9 januari 2015

secretaris voorzitter

Naar boven