Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3480/GA, 30 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3480/GA

betreft: [klager] datum: 30 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 1 september 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Alphen aan den Rijn,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Klager, zijn raadsman mr. B. Kramer, en de directeur van de p.i. Alphen aan den Rijn hebben geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord ter zitting van de beroepscommissie van 9 december 2014, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van klagers radio met afstandsbediening na een overplaatsing.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Op 17 december 2013 zijn klagers spullen (kleding en een radio) verzonden vanuit de p.i. Alphen aan den Rijn naar de locatie Sittard. De radio is niet ontvangen in de locatie Sittard. Hierover is gebeld en er werd meegedeeld dat de radio onderweg was.
In de beklagprocedure is verklaard dat de radio in een doos verzonden is, maar de radio past niet in een doos.

De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk als volgt toegelicht.
Er is niet genoteerd hoe groot de radio van klager was en of deze daadwerkelijk zo groot was als klager stelt. Het personeel van de badafdeling heeft meegedeeld dat bij grote voorwerpen, zoals een dergelijke radio, twee dozen over elkaar worden
heengeschoven om de radio goed te verpakken. Dit wordt aangemerkt als één doos.

3. De beoordeling
In het dossier bevindt zich een reactie op het beroepschrift van 12 november 2014 van de directeur van de locatie Sittard met als bijlage een vrachtbrief. Een afschrift hiervan is op 28 november 2014 naar de directeur van de p.i. Alpen aan den Rijn
verzonden.
De beroepscommissie concludeert dat in de locatie Sittard twee dozen zijn aangekomen. Deze dozen zijn in het bijzijn van klager uitgepakt op 18 december 2013. De radio bevond zich niet in een van deze dozen. Dat is op de vrachtbrief genoteerd door de
foerier.

Bij vermissing van eigendommen geldt de volgende hoofdregel met betrekking tot de aansprakelijkheid hiervan. De directeur van de verzendende inrichting is aansprakelijk voor de goederen die worden verzonden. Deze aansprakelijkheid gaat over op de
directeur van de ontvangende inrichting op het moment dat daar getekend wordt voor ontvangst van die goederen.

Voldoende aannemelijk is dat klager zijn radio na zijn overplaatsing niet heeft ontvangen. In de ontvangende inrichting is op de vrachtbrief niet getekend voor ontvangst van de radio. Dit houdt in dat de verzendende inrichting, de p.i. Alphen aan den
Rijn, aansprakelijk is voor de vermissing van klagers radio. Het beklag dient daarom gegrond te worden verklaard. De beroepscommissie acht termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

De beroepscommissie stelt voorop dat een tegemoetkoming primair is bedoeld voor het door klager ondervonden ongemak. In geval er sprake is van schade en indien die schade eenvoudig is te begroten, is er aanleiding schadevergoedingsaspecten te betrekken
bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming. In dit geval is de omvang van de schade niet eenvoudig vast te stellen. Klagers radio wordt vermist, maar welke radio het precies betreft, hoe oud deze is en wat de waarde van die radio is, blijkt
niet uit de stukken en is niet onderbouwd door middel van een aankoopbon. De beroepscommissie zal derhalve geen schadevergoedingsaspecten betrekken bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming. De beroepscommissie merkt daarbij op dat voor het
verkrijgen van een schadevergoeding voor klager andere wegen openstaan. De beroepscommissie zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 25,=.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 25,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. G.M. Mohanlal en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op

secretaris voorzitter

Naar boven