Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3070/GA, 30 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:30-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3070/GA

betreft: [klager] datum: 30 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.C. van Hoogmoed, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 19 augustus 2014 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 9 december 2014, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. K.C. van Hoogmoed, en [...], plaatsvervangend vestigingsdirecteur van de p.i. Haarlem.
Op 18 december 2014 is een afschrift van het aanvraagformulier van het Gelreziekenhuis met een toelichting van de directeur van de p.i. Haarlem ontvangen. Een afschrift daarvan is op 18 december 2014 verstuurd naar klager en zijn raadsvrouw.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft
a. het feit dat klager moest luchten in een luchtkooi zonder voldoende veiligheidswaarborgen (107);
b, een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel zonder televisie;
c. wegens een positieve urinecontrole (115);
d. het feit dat klager geen hoofddeksel mag invoeren (119);
e. het niet ontvangen van terugbelverzoeken (124) en
f. de afschrijvingen ten behoeve van de O&O-kas (127, 128 en 130).

De beklagcommissie heeft de beklagen met de nummers 107, 119, 124, 127, 128 en 130 ongegrond verklaard en klager in zijn beklag met nummer 115 en 124 niet-ontvankelijk verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Met betrekking tot klachtnummer 107 wordt verklaard dat klager hartpatiënt is. Klager moest vanwege de opgelegde straf luchten in een luchtkooi. Hij merkte na ongeveer 20 minuten luchten dat hij zijn medicijn Nitrospray niet bij zich had. Klager
drukte op de bel, maar er kwam geen personeel. Ook heeft klager geroepen en geklopt op de deur, maar er kwam niemand. Het personeel kwam pas na 40 minuten, toen het uur luchten voorbij was.
b. en c. Klachtnummer 115 is duidelijk omschreven en het beklag moet ontvankelijk worden verklaard. Inhoudelijk is verklaard dat de procedure van de urinecontrole niet juist is verlopen. Zo heeft klager niet zelf een sticker op de buisjes geplakt. Er
zijn geen gele stickers gebruikt om de buisjes mee af te sluiten. Deze stickers waren er wel, maar de buisjes zijn niet verzegeld. Klager heeft ook verschillende registratienummers gekregen en de afgegeven urine is niet herleidbaar naar klager. Klager
heeft geen drugs gebruikt.
d. Het beroep inzake klachtnummer 119 ziet op het niet mogen invoeren van een hoofddeksel. De raadsvrouw geeft aan dat een tegemoetkoming van € 5,= op zijn plaats is.
e. Met betrekking tot klachtnummer 124 wordt aangevoerd dat de raadsvrouw klager dringend nodig had. Zij had naar de inrichting gebeld en het terugbelverzoek per email verstuurd naar het telefonisch opgegeven email-adres. Dat email-adres bleek niet te
bestaan.
f. Met betrekking tot de klachtnummers 127, 128 en 130 wordt aangevoerd dat klager is verleid met lekker eten om een bijdrage te doen aan de O&O-kas. Eenmaal per zes weken zou er een smakelijke maaltijd worden besteld. Klager heeft via een piw-er zijn
lidmaatschap opgezegd. Klager had nog recht op één maaltijd, maar die heeft hij niet gehad. Klager moet ook nog tweemaal een bijdrage van € 0,50 terugkrijgen. Pas later is klager erop geattendeerd dat hij zijn lidmaatschap door middel van een formulier
kon opzeggen.

De directeur heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
a. Met betrekking tot klachtnummer 107 is aangevoerd dat het signaleringslampje in de luchtkooi niet functioneerde maar dat het signaal dat wordt verstuurd naar de centrale post wel doorgegeven wordt. Bovendien is er altijd een piw-er aanwezig op de
gang. Klagers veiligheid is niet in het geding geweest. Het is niet te achterhalen wanneer de dienstdoende piw-er naar klager is gegaan, maar het beklag ziet op het signaleringslampje in de luchtkooi en niet op de veiligheid van klager.
b. en c. Met betrekking tot klachtnummer 115 wordt als volgt opgemerkt. De urinecontrole verloopt volgens de procedure die daarvoor staat. Klager heeft er ook voor getekend dat de procedure juist is verlopen. Het komt soms voor dat een gedetineerde
eerst een verkort registratienummer krijgt toegewezen en daarna zijn definitieve registratienummer. Dat kan hier het geval zijn, maar dit is geen beslissing van de directeur. Zowel op het strafrapport als de mededeling van de straf is het definitieve
registratienummer van klager vermeld. De directeur zal het uitslagformulier van het laboratorium toezenden waarop de gegevens van klagers staan vermeld. Tevens wordt nagevraagd of de procedure juist is verlopen.
Uit het toegestuurde aanvraagformulier van het Gelreziekenhuis wordt duidelijk dat zich geen onregelmatigheden hebben voorgedaan bij de vermelding van het registratienummer. Tevens heeft klager ervoor getekend dat de urineafname conform de procedure is
verlopen.
d. De directeur stelt voor het beklag met nummer 119, voor zover dat ziet op de invoer van het hoofddeksel, gegrond te verklaren en aan klager een tegemoetkoming toe te kennen van € 5,=.
e. Met betrekking tot klachtnummer 124 geeft de directeur aan dat het juiste email-adres aan de Nederlandse Orde van Advocaten is verstrekt. Het email-adres dat de advocaat heeft gebruikt bestaat niet. De terugbelverzoeken hebben de inrichting nooit
bereikt.
f. Met betrekking tot de klachtnummers 127, 128 en 130 wordt aangevoerd dat de O&O-kas wordt gebruikt voor alle gedetineerden, of zij nu wel of geen bijdrage leveren aan de O&O-kas. De Gedetineerdencommissie (Gedeco) koopt gemiddeld eenmaal per zes
weken een maaltijd voor de gedetineerden die een bijdrage leveren aan de O&O-kas om het lidmaatschap aantrekkelijk te maken. De directeur benadrukt dat de Gedeco bepaalt wanneer er een speciale maaltijd beschikbaar wordt gesteld. Met Kerstmis of Pasen
wordt er door de inrichting een speciale maaltijd verstrekt. De Gedeco verschuift de inkoop van de speciale maaltijd daarom soms. Klager is geen maaltijd misgelopen en had het lidmaatschap moeten opzeggen via het daarvoor bestemde formulier.

3. De beoordeling
a. Met betrekking tot klachtnummer 107 overweegt de beroepscommissie dat het voldoende aannemelijk is geworden dat klager in de luchtkooi heeft gebeld, omdat hij zijn medicatie niet bij zich had. Niet weersproken is dat het personeel pas na 40 minuten
naar klager is gegaan, toen het uur luchten voorbij was. De beroepscommissie is van oordeel dat hier niet voldoende adequaat is gehandeld, temeer nu klager hartpatiënt is. Dit beklagonderdeel zal daarom gegrond worden verklaard. Aan klager komt een
tegemoetkoming toe van € 5,=.
b. Met betrekking tot klachtnummer 115 oordeelt de beroepscommissie dat het beklag in het klaagschrift van 17 april 2014 voldoende duidelijk is omschreven. Zo staat dat de klacht is gericht tegen de beslissing die is opgelegd op 15 april 2014 en dat de
beslissing betreft “5 dg. afzondering op cel zonder tv en restitutie huur.” De beklagcommissie had klager derhalve moeten ontvangen in zijn beklag. Om proceseconomische redenen zal de beroepscommissie het beklag in eerste en enige aanleg inhoudelijk
beoordelen. De beroepscommissie stelt vast dat op het aanvraagformulier van het Gelreziekenhuis hetzelfde registratienummer staat vermeld als op het rapport van 15 april 2014 en de mededeling disciplinaire straf van 16 april 2014. Uit het rapport van
15
april 2014 blijkt bovendien dat klager op 19 november 2013, 30 december 2013 en 13 februari 2014 urinecontroles heeft ondergaan. De beroepscommissie overweegt dat klager derhalve bekend kan worden geacht met de procedure voor het ondergaan van een
urinecontrole. Nu klager ervoor heeft getekend dat de urineafname is verlopen conform de procedures van de Regeling urinecontrole penitentiaire inrichtingen en er bij de onderhavige controle geen onregelmatigheden zijn met het registratienummer,
oordeelt de beroepscommissie dat de procedure juist is verlopen. Gezien de uitslag van de urinecontrole kon de directeur aan klager een disciplinaire straf opleggen.

Met betrekking tot klachtnummer 119 overweegt de beroepscommissie dat de directeur heeft verklaard dat klager een hoofddeksel had uitgevoerd en derhalve een hoofddeksel had mogen invoeren. Dit beklagonderdeel is derhalve gegrond en de beroepscommissie
zal aan klager een tegemoetkoming toekennen van € 5,=.

Klachtnummer 124 betreft terugbelverzoeken die de directeur nimmer hebben bereikt. Met de beklagcommissie oordeelt de beroepscommissie dat er geen sprake is van een beslissing van de directeur zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw.
Klager
kan derhalve niet-ontvangen worden in zijn beklag.
Met betrekking tot de klachtonderdelen 127, 128 en 130 stelt de beroepscommissie vast dat de beklagonderdelen 127 en 128 de bijdragen aan de O&O-kas betreffen. Deze beklagonderdelen zijn ongegrond, nu klager zijn lidmaatschap eerst niet op de juiste
wijze had opgezegd, namelijk door middel van een speciaal opzegformulier. Met betrekking tot klachtonderdeel 130, de niet-ontvangen speciale maaltijd, oordeelt de beroepscommissie dat de Gedeco bepaalt wanneer deze speciale maaltijd wordt verstrekt
aan
de gedetineerden die een bijdrage aan de O&O-kas leveren. Er is derhalve geen sprake van een beslissing van de directeur zoals bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw. Klager kan derhalve niet ontvangen worden in zijn klacht met nummer 130. De
beroepscommissie beslist als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond voor zover dit ziet op de beklagnummers 124, 127 en 128 en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie. Zij vernietigt de uitspraak voor zover dat ziet op beklagnummer 130 en verklaart klager alsnog
niet ontvankelijk in dit beklagonderdeel. De beroepscommissie vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover dat ziet op klachtnummer 115, verklaart klager alsnog ontvankelijk in zijn beklag, maar verklaart dit beklag ongegrond.
Zij verklaart het beroep gegrond voor zover dat ziet op beklagnummer 107 en 119, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre en verklaart deze beklagonderdelen alsnog gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van in
totaal € 10,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. G.M. Mohanlal en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven