Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3812/TA, 5 januari 2015, beroep
Uitspraakdatum:05-01-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3812/TA

betreft: [klager] datum: 5 januari 2015

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van het bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 22 september 2014 van de beklagcommissie bij de inrichting op een klacht van [...], verder te noemen klager, voor zover daartegen beroep is ingesteld,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 22 december 2014, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klagers raadsvrouw mr. A.L. Louwerse en namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker.

Klagers raadsvrouw heeft meegedeeld dat klager niet ter zitting zal verschijnen.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het niet verstrekken van een lunchpakket aan klager op 11 april 2014.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en aan klager een tegemoetkoming van € 5,= toegekend op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Tegen deze beslissing werd op 9 oktober 2014 beroep ingesteld door de inrichting.

2. De standpunten van het hoofd van de inrichting en klager
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Ten behoeve van klager werd aan DV&O een lunchpakket meegegeven. Hiermee werd voldaan aan de zorgplicht van de inrichting ingevolge artikel 42 van de Bvt. Nu de inrichting de medewerkers van DV&O niet aanstuurt en feitelijk geen zeggenschap heeft over
hun handelen, kan het de inrichting niet worden toegerekend dat klager zijn lunchpakket niet verstrekt heeft gekregen.

Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Volgens klager heeft hij het lunchpakket niet gekregen. Uit de stukken kan niet worden opgemaakt dat klager het lunchpakket wel heeft gekregen.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht het voldoende aannemelijk geworden dat de inrichting ten behoeve van klager een lunchpakket heeft verstrekt aan DV&O en is van oordeel dat zij hiermee haar zorgplicht jegens klager ingevolge artikel 42 van de Bvt heeft
betracht.

Het niet verstrekken van het lunchpakket door de medewerkers van DV&O aan klager beschouwt de beroepscommissie als een bejegeningskwestie. De bejegening door de medewerkers van DV&O is geen door of namens de directeur jegens klager genomen beslissing
waartegen op grond van artikel 56 en 57 van de Bvt beklag open staat.

De beroepscommissie zal gelet op het bovenstaande het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie in zoverre vernietigen en het beklag voor wat betreft het niet verstrekken van een lunchpakket door het
hoofd van de inrichting ongegrond verklaren en voor wat betreft het handelen van DV&O klager niet-ontvankelijk in het beklag verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond en vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie. Zij verklaart het beklag ten aanzien van het verstrekken van een lunchpakket door het hoofd van de inrichting
ongegrond en voor wat betreft het handelen van DV&O klager niet-ontvankelijk in het beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. G.L.M. Urbanus, voorzitter, mr. R.M. Maanicus en drs. J.E. Wouda, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 5 januari 2015.

secretaris voorzitter

Naar boven