Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4055/GB, 30 december 2015, beroep
Uitspraakdatum:30-12-2015

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4055/GB

Betreft: [klager] datum: 30 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 2 oktober 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot deelname aan een penitentiair programma (p.p.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 4 mei 2014 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem. Op 15 oktober 2014 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Nieuwegein.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klager is het niet eens met de afwijzing van zijn verzoek tot deelname aan een p.p.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager heeft twee verlofadressen opgegeven. Het eerste opgegeven verlofadres is het woonadres van zijn moeder. Klager was daar uiteindelijk niet welkom. Het tweede opgegeven verlofadres is niet goedgekeurd door de politie, nu de bewoner van het
verlofadres bij de politie bekend is met drugsdelicten en overige verdachte situaties. Klager is een zeer actieve veelpleger. De reclassering heeft het recidiverisico alsmede het risico op het onttrekken aan de voorwaarden ingeschat als hoog.

4. De beoordeling
4.1. In artikel 4 van de Pbw en de artikelen 7 en 9 van de Penitentiaire maatregel (Pm) zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het penitentiair programma en de gedetineerde moeten voldoen.

4.2. Uit het selectieadvies van de p.i. Haarlem van 24 september 2014 blijkt dat de directeur negatief heeft geadviseerd ten aanzien van klagers verzoek tot deelname aan een p.p. Voorts blijkt uit dit advies dat de politie negatief heeft geadviseerd
ten aanzien van het door klager opgegeven verlofadres en dat de reclassering het recidiverisico alsmede het risico op het onttrekken aan de voorwaarden heeft ingeschat als hoog. Gelet op het voorgaande kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde
beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van I.C.E. Spierings, secretaris, op 30 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven