Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/3018/GA, 8 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:08-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 14/3018/GA

betreft: [klager] datum: 8 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Sittard,

gericht tegen een uitspraak van 19 augustus 2014 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Sittard, waarbij aan klager een tegemoetkoming is toegekend,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager alsmede zijn raadsman mr. R.P.V.W. Willems in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Bij brief van 14 oktober 2014 van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming zijn de directeur, klager en zijn raadsman bericht dat, in afwijking van eerdere berichtgeving waarbij is medegedeeld dat het beroep mondeling zal worden
behandeld,
onderhavig beroep schriftelijk zal worden behandeld.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagrechter heeft een tegemoetkoming van € 60,80 toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet ontvangen van wachtgeld, op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft zijn beroep als volgt toegelicht.
In de locatie Sittard is geen celarbeid beschikbaar en er wordt aan gedetineerden alleen zaalarbeid aangeboden. Indien een gedetineerde door het Openbaar Ministerie in beperkingen is gesteld mag hij niet deelnemen aan gemeenschappelijke activiteiten.
Klager heeft vanaf 28 mei tot 1 juli 2014 in beperkingen verbleven en op 5 juli 2014 heeft hij een verzoek ingediend om te werken. Het was de werkmeester niet bekend dat klager eerder wilde werken. De tegemoetkoming dient te worden afgewezen.

Namens klager is daarop als volgt gereageerd.
In de locatie Sittard is het niet mogelijk opgave van arbeid te doen gedurende de periode die een gedetineerde in beperkingen verblijft.

3. De beoordeling
In de uitspraak van 10 juli 2014 heeft de beklagrechter het beklag ten aanzien van het niet ontvangen van wachtgeld gegrond verklaard en overwogen dat een tegemoetkoming zal worden vastgesteld. De directeur heeft geen beroep ingesteld tegen deze
uitspraak. Dat betekent dat de beslissing tot gegrondverklaring van het beklag anders dan de directeur kennelijk meent thans niet meer aan de orde is.
De beroepscommissie kan zich verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en mr. A. van Holten, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 8 december 2014.

secretaris voorzitter

Naar boven