Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 14/4388/GB, 4 december 2014, beroep
Uitspraakdatum:04-12-2014

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 14/4388/GB

Betreft: [klager] datum: 4 december 2014

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.J.M. Kruizinga, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 november 2014 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de oproep zich op 8 december 2014 te melden in de locatie Ooyerhoek Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Op 10 november 2014 is klager opgeroepen zich op 8 december 2014 te melden in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen voor het ondergaan van achttien dagen gevangenisstraf. Op 17 november 2014 heeft klager hiertegen een bezwaarschrift ingediend
dat op 25 november 2014 ongegrond is verklaard.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Het lijkt erop dat de aanvulling op het bezwaarschrift, verzonden op 21 november 2014, niet bij de beslissing op bezwaar is betrokken. Zoals uit die aanvulling blijkt,
heeft telefonische navraag bij de afdeling executie van het parket Utrecht met betrekking tot klagers voorarrest uitgewezen dat klager in twee zaken voorlopig gehecht is geweest. Deze twee zaken zijn tezamen onder één parketnummer inhoudelijk
behandeld.
Klager heeft in totaal 136 dagen in voorarrest gezeten. Dit betekent dat hij niet achttien, maar nog veertien dagen van zijn straf hoeft uit te zitten. Klager verzoekt daarom vier dagen in mindering te brengen op de te executeren vrijheidsstraf.
Daarnaast verzoekt klager om de plaats en datum waarop hij zich dient te melden te wijzigen. Klager probeert zijn leven weer op de rails te krijgen en zijn familie en vrienden zijn hierbij een grote steun. Dat klager zijn straf moet uitzitten tijdens
de
feestdagen is voor hem ondraaglijk. Verder is klager opgeroepen zich te melden in de locatie Ooyerhoek te Zutphen, terwijl zijn familie in Maarssen woont. De wijze waarop de vrijheidsstraf nu gestalte dreigt te krijgen, vormt een disproportionele
bedreiging voor klagers resocialisatie.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt – zakelijk weergegeven – toegelicht. Ten tijde van de afdoening van het bezwaarschrift, was de selectiefunctionaris nog niet in het bezit van de aanvulling op het bezwaarschrift.
Voor de selectiefunctionaris is richtinggevend de onherroepelijke veroordeling van klager. In dat kader heeft het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) de selectiefunctionaris verzocht klager op te roepen in verband met de noodzaak tot
tenuitvoerlegging. Verificatie bij het CJIB heeft uitgewezen dat onverkort sprake is van de noodzaak tot tenuitvoerlegging van achttien dagen gevangenisstraf. Het feit dat klager gedurende de feestdagen gedetineerd zal zijn, vormt geen reden uitstel te
verlenen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2 De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, kan bij afweging van alle in aanmerking komende belangen niet als onredelijk en onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd met betrekking
tot de duur van de gevangenisstraf, is niet feitelijk onderbouwd. Voorts heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat, naar aanleiding van de aanvulling op het bezwaarschrift, bij het CJIB is geverifieerd of klager inderdaad nog achttien dagen
gevangenisstraf dient te ondergaan en dit bleek het geval te zijn. De omstandigheid dat klager is opgeroepen zich in de locatie Ooyerhoek Zutphen te melden terwijl zijn familie en vrienden in Maarssen wonen en de omstandigheid dat klager zijn straf
niet
gedurende de feestdagen wil uitzitten, zijn onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. R.W. van Zuijlen, voorzitter, mr. L.M. Moerings en mr. M.A.G. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.L. Koster, secretaris, op 4 december 2014

secretaris voorzitter

Naar boven