nummer: 14/4328/GV
betreft: [klager] datum: 29 december 2014
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. P.S.A. Bovens, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 14 november 2014 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),
alsmede van de onderliggende stukken.
De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman mr. P.S.A. Bovens om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.
2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Zijn aanvraag is ten onrechte geweigerd. Er is geen sprake van een geldige weigeringsgrond. Onvoldoende is gemotiveerd waarom zijn verlofaanvraag is geweigerd. Klager verkeert in een zwakke psychische
toestand en heeft mede om deze reden verlof aangevraagd om een eenmalig bezoek aan zijn moeder te kunnen brengen.
Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager weigert in gesprek te gaan met de reclassering. Hierdoor kunnen de risico’s op recidive, onttrekken aan voorwaarden en letselschade bij willekeurige personen niet ingeschat worden. Op grond van het detentieverleden, de zwaarte van de delicten
(overvallen) en het behoren tot de top 600 van Amsterdam, zijn er voldoende gronden om twijfels te hebben over een goed verloop van het verlof. Een risicoanalyse wordt noodzakelijk geacht. Het verzoek is tevens op grond van het risico op
maatschappelijke onrust afgewezen en op grond van een openstaande zaak, te weten het bezit van vuurwapens en munitie waarvoor klager is gedagvaard. De einddatum detentie staat niet vast.
Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de locatie Zuyder Bos heeft positief geadviseerd ten aanzien van de verlofaanvraag.
Het Openbaar Ministerie heeft ondanks daartoe viermaal verzocht geen advies uitgebracht.
De politie heeft positief geadviseerd ter zake van het verlofadres.
3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 36 maanden met aftrek, wegens onder meer overvallen, wapenbezit en opzettelijke en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Er is sprake van een openstaande strafzaak voor wat betreft het bezit van wapens, waarin
klager inmiddels is gedagvaard in hoger beroep. De datum van invrijheidstelling is thans bepaald op 5 juni 2015.
Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers verlofaanvraag.
Uit het advies vrijheden van de locatie Zuyder Bos volgt dat klager geen vertrouwen heeft in de reclassering en niet wil meewerken aan een Risc-adviesrapport. Hij is veroordeeld voor meerdere ernstige delicten zoals overvallen, wapenbezit, opzettelijke
en wederrechtelijke vrijheidsberoving. Daarbij komt dat zijn datum van invrijheidstelling nog niet vaststaat nu klager gedagvaard is voor wapenbezit. Klager komt voor op de lijst van 600 plegers van zogenaamde High-Impact delicten gepleegd in
Amsterdam.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze een afwijzing van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van
alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder b en i van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter,
mr. M. Boone en mr. R.S.T. van Rossem-Broos, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 29 december 2014.
secretaris voorzitter